Simpelsap Schrijft… Even niet

Simpelsap Schrijft (1)Soms schieten woorden te kort en is er te weinig rust om op verhaal te komen..

Wegens familieomstandigheden heb ik sinds afgelopen woensdag niet meer geblogd.
Mijn supersterke, inspirerende tante is afgelopen zondag na een lang ziekbed overleden.*
Voor haar ben ik heel blij, voor mezelf vind ik het verdrietig dat ik haar moet missen.

Voor nu ben ik even offline, maar ik verwacht gauw weer terug te komen met nieuwe monsters, een eerbetoon aan mijn lieve tante en meer Wilde Wijvenpraat.

 

*No worries, tante Vic is oke!

Lieve Pippi..

Lieve Pippi..Het is al bijna een jaar geleden. Ik zat bij je op de bank en voorzichtig begon je over je reisplannen. Hoewel ik dit al aan zag komen, was de schrik er toch. De periode daarna stond vooral in het teken van voorbereiden en afscheid nemen.  Je ging zo zorgvuldig mogelijk te werk, wilde niets aan het toeval overlaten. Het afscheid nemen viel je zwaar, maar achtte je noodzakelijk. Vastberaden stond ik aan je zijde en hielp je daar waar ik kon.
Ik was zo geconcentreerd op jou en je vertrek, dat ik niet kon beseffen wat voor sporen dat bij mij zou achterlaten. Je probeerde me voor te bereiden, maar ik wuifde het weg. Bovendien is mijn verdriet niet jouw verantwoordelijkheid.

Er zijn drie seizoenen aan me voorbij getrokken sinds jij bent weggegaan. Drie seizoenen waarin ik heb gelachen, heb gehuild en meer dan eens dacht “Dat moet ik Pippi vertellen”. Het besef dat dit niet meer op de ouderwetse manier kan, met een theetje bij jou op de bank, vind ik nog steeds verdrietig.

Onze wegen kruisten elkaar op wonderbaarlijke wijze en de momenten samen waren intens en kostbaar. We propten een heel leven vol wijsheid, vriendschap en liefde in twee jaar en wat hebben we ervan genoten. Tot op het allerlaatste moment strooide jij je levenslessen rijkelijk in het rond. Met open hart en armen heb ik ze ontvangen en koester ze nog steeds.
Ik hielp jou naar een afscheid, jij mij naar een nieuw begin.
Dank je wel dat je me met mijn neus op mijn schrijfknobbel drukte en me het laatste duwtje in de goede richting gaf. Jij hebt me laten ervaren hoe krachtig en genezend woorden kunnen zijn en dat het delen van verhalen een van de leukste dingen is om te doen.
Mijn eerste boek draag ik op aan jou 🙂

Lieve Pippi, tot de volgende keer!

XX

Spiegeltje spiegeltje aan de wand… Wie is het lelijkste van het land?

Spiegeltje spiegeltje aan de wand....Soms voel ik me een ui.
(Ik maak mezelf weleens onnodig aan het huilen, maar dat is niet waar ik naartoe wil met deze vergelijking).
Ongewenst kinderloos zijn doet pijn.  De pijn pelt elke keer een laagje af. Gedachten en gevoelens die zorgvuldig zijn weggepoetst komen nu weer bovendrijven. Ik worstel ermee, zoals je een bal onder water probeert te houden. Soms ben ik bang dat er na al dat afpellen niets meer overblijft. Dat al die lelijke laagjes een omhulsel zijn van een leeg karakter.

In de maatschappij wordt tegenslag soms verheerlijkt. Er is altijd licht aan het einde van de tunnel, what doesn’t kill you, makes you stronger! Allemaal waar natuurlijk, maar laten we alsjeblieft niet vergeten dat in een tunnel zitten of klappen vangen van het leven bepaald geen pretje is. Het doet pijn.
Soms voel ik me wanhopig en beschaamd en verstop ik me het liefste voor de buitenwereld. Ik kan niet altijd blij en positief doen, de moed erin houden en de schouders eronder zetten.

Had ik al verteld dat ik ijdel ben? Ik geef niets om make up en de nieuwste mode, maar mijn verminderde vruchtbaarheid maakt me ijdeler dan ooit.  Waarom overkomt mij dit? Ik heb toch altijd netjes mijn best gedaan op school? Gewacht met zwanger willen  worden tot dat ik een diploma heb, een baan en een geweldige man? Ik heb nooit drugs gebruikt, rook en drink niet en leef heel erg gezond.  Ik lieg niet, steel niet en doe een ander geen kwaad. Waar heb ik dit aan verdiend?
Ineens is de gedachte dat we dingen ‘verdienen’ in ons leven, realistischer dan ook. De illusie van maakbaarheid zit diepgeworteld in mijn brein en leidt tot oeverloze discussies en eindeloze theorieën die deze situatie moeten verklaren. Het kan toch niet gewoon zo zijn?

Op sommige dagen ben ik mijn roze bril kwijt en pak ik mijn groene uit de kast. Jaloers kijk ik naar de zwangere vrouwen, vaders met kinderwagens en schattige peuters. Het is alsof de wereld mij nog even inwrijft wat ik zo erg mis. Er gaan scenario’s door mijn hoofd waarin ik bedenk dat niemands leven perfect is. Misschien heeft die zwangere vrouw opgezwollen voeten, heeft die vader al drie nachten niet geslapen en heeft die schattige peuter een wrat op z’n kont.  Voor heel even voel ik me beter, totdat ik besef dat ik weer in de overbekende valkuil ben getrapt.

Dat eeuwige vergelijken. Er is geen beperkte dosis geluk beschikbaar dat we met elkaar moeten delen. Als een ander zwanger is, gaat het aantal beschikbare baby’s per regio niet omlaag. Ik weet dat het totaal geen zin heeft om mijn wereld zoals ik die ken te vergelijken met het plaatje van de wereld dat de ander mij schetst.  Maar toch..
Een bevriend stel dat in een mooi huis woont, succesvolle carrières hebben en moeiteloos zwanger zijn geraakt van hun derde kind. Zo’n stel waarbij het lijkt alsof alles hen komt aanwaaien. Jaloezie en vergelijken maken er een tranendal van. Man, wat ben ik zielig zeg…
Op andere momenten voel ik me meer dan een ander. Zo’n stel dat per ongeluk zwanger raakt, terwijl ze beiden volop roken, drinken en af en toe een pilletje pakken. Die ongeschoold en werkloos nog bij hun ouders wonen en leven op energiedrankjes en friet.
Dan voel ik me voor eventjes beter, maar vaker geeft het vergelijken alle ruimte voor mijn grootste concurrent.

Mijn ego
Want waarom krijgen ‘dat soort mensen’ met gemak kinderen? Ze hebben een paar minuutjes lol samen en krijgen zo de voortplantingskaart toebedeeld. Terwijl wij al 2,5 jaar medisch kwartetten zonder resultaat. Wie is die vrouw die ineens onderscheid maakt tussen ‘dat soort mensen’ en zichzelf? Die denkt te kunnen bepalen wie er ‘recht’ op een kind heeft en wie niet? Nou die vrouw ben ik..

Kritisch as always, maar dan een tikkeltje erger. Die hormonen laten niet alleen mijn eitjes, maar ook mijn tenen groeien.  Geven mensen me de ruimte, dan voel ik me alleen. Willen ze graag op de hoogte gehouden worden en overladen ze me met aandacht en vragen, vind ik het opdringerig.
Wanneer ze niets zeggen voel ik me genegeerd, wanneer ze me voorzien van adviezen , raak ik geïrriteerd omdat ‘zij toch niet weten hoe het voelt’.  De adviezen, hoe ondoordacht ook, zijn echter al opgeslagen in mijn onderbewuste. Op donkere dagen komen ze tevoorschijn en draaien ze eindeloos rondjes als een kapotte grammofoonplaat.
Ik bekritiseer de ander, maar eigenlijk bekritiseer ik mezelf nog het meest.  Want het lukt me niet.

En als ik dan in de spiegel kijk, geconfronteerd met al mijn lelijke laagjes en kapotte lichaam, weet ik het ineens zeker:  Ongewenste kinderloosheid maakt me niet lelijk maar heel.
Er hoeft niets meer weggepoetst of weggedrukt te worden.  Ik mag er zijn, precies zoals ik ben.
Het is rot om in de tunnel te zitten, maar ik heb vertrouwen dat de eerste zonnestralen spoedig mijn gezicht zullen raken.

Bloed prikken

87H

Enige tijd geleden was ik in het ziekenhuis voor controle. Ik moest bloed laten prikken en maakte kennis met een eigenaardig figuur…

De zadelkruk kreunde onder zijn gewicht en Timothy Burns kreunde inwendig mee.
Werken op deze afdeling was een onmogelijke opgave. Het was zijn eerste dag, maar hij wilde nu al opgeven. Sinds hij kon herinneren had hij al een grote weerstand tegen bloed en alles wat ermee te maken had. De geur alleen al deed hem duizelen.
Hij checkte nog eens of alle materialen klaar lagen op het kastje; de naald, de riem waarmee hij de arm zou afknellen, watjes en pleisters. Alles lag nog steeds op zijn plek, maar hij voelde zich niet beter voorbereid op zijn taak. De seconden tikten veel te langzaam voorbij, de klok gaf aan dat zijn shift nog zeker 2,5 uur zou duren. Hij zuchtte.

Een donkere dame kwam de prikcabine binnen. Ze huppelde bijna en glimlachte van oor tot oor.
Hij deinsde terug toen ze hem benaderde om kennis te maken, schrok van haar hartelijkheid.
Wist ze niet wat haar stond te wachten?
Ze glimlachte toen ze haar naam zei – hij had het niet eens verstaan – en ging naast hem zitten op de kruk. Geke verwees haar norsig naar de prikstoel en al gauw zat zij tegenover hem. Hij keek in haar bijna zwarte ogen die hem tegemoet schitterden. Geen angst.
Zou zij zien dat hij dat wel voelde?

Zijn handen voelden klam en koud aan. Trillend pakte hij de riem.
Babbelend vroeg ze of het uitmaakte welke arm. “Dat is aan u” sprak hij haar officieel toe en ze zweeg.
Met uitgestrekte arm en gebalde vuist presenteerde zij zich aan hem. Open, toegankelijk. Hij ademde diep en probeerde de brok in zijn keel weg te slikken. Legde zijn vingers op haar huid, zocht naar haar ader. Bij het aanraken van haar kloppende aders voelde hij al het bloed uit zijn gezicht wegtrekken. Het kostte hem al zijn zelfbeheersing om zo routineus mogelijk de benodigde handelingen te verrichten. Voelde zij ook spanning, angst? Beefde zij bij de gedachte dat hij haar bloed tot zich zou nemen? Nieuwsgierig naar haar reactie zocht hij haar ogen, maar zij had haar hoofd weggedraaid en was duidelijk niet meer aanwezig in de ruimte. Ze had zich aan hem overgeleverd en zou pas terugkomen als hij zijn plicht had gedaan.
“Komt ie dan he”.
Een zucht ontsnapte aan zijn lippen toen de naald haar huid doorboorde, het werd licht in zijn hoofd toen het buisje zich langzaam vulde met bloed. Zijn hand trilde nog erger. Gefascineerd staarde hij naar de rode vloeistof en likte onbewust zijn lippen. Opwinding nam bezit van zijn lichaam en hij voelde zijn verlangen groeien. Te laat ontdekte hij dat het bloed gestopt was met stromen. Hij voelde paniek, hoelang was hij verzonken geweest in zijn gedachten? Zijn ogen flitsten door de ruimte, op zoek naar Geke.
“Ik geloof dat ik mis geprikt heb” piepte hij. In drie stappen was zijn collega bij hem. Trok de naald uit zijn klamme handen en duwde kordaat door.
De donkere dame wierp een blik op het tafereel, wat afwezig, maar geïrriteerd.
“Zo, heb ik de boel toch nog even gered” deelde Geke haar triomfantelijk mee. Timothy ontving een waarschuwende blik. Dit verhaal zou gegarandeerd nog een staartje krijgen.
Geke trok de naald terug, gooide deze weg en pakte het buisje in.
Aan Timothy de eer om de zaken verder af te handelen. Ietwat hardhandig drukte hij het watje tegen haar arm, zocht met zijn andere hand naar een pleister. Hij trilde nog steeds.
Pas toen zijn patiënt was vertrokken, was hij zich weer bewust van zichzelf. Het voelde nog steeds licht in zijn hoofd en hij snoof diep. Wat was er zojuist gebeurd? Waarom voelde hij zich bang, opgewonden en hongerig tegelijk? Wankelend zocht hij zijn weg naar de deur. Geke stond hem op te wachten, klaar om een tirade af te steken, maar hij liep haar straal voorbij. “Dit is de laatste keer dat je me zoiets flikt, meneer Burns!” snauwde ze hem na.
Hij moest hier weg.

Als je jezelf geweld aandoet, blijft er niets meer van je over

50-Inspiritational-Motivational-Thoughts-quotes-and-memes-48

Je breekt jezelf af en verkruimelt tot kleine brokjes bittere ellende. Je dekt het af met een schild van spot, vilein en valsheid. Houd jezelf dan maar eens bij elkaar.
Boos stamp je door het leven, je schreeuwt om het hardst. Valse opmerkingen houden je staande, in een wereld waarin je bespot en veroordeeld wordt.
Voorheen was ik boos op je, verweet ik jou je valsheid, je achterbaksheid en je geroddel. Ik voelde me klein naast jou en werd misselijk van je streken.De buitenwereld linkte me altijd aan jou.  Jij die niet alleen jezelf maar ook mij geweld aan heb gedaan. Getekend voor het leven, veel te snel volwassen geworden. Wat was dat frustrerend, kwetsend en verdrietig.

Jij besloot te blijven en ik besloot te gaan. Jij hield vast en ik liet los.
Ik ontdekte een wereld waarin ik grenzeloos mezelf kan zijn. Waar ik trots kan zijn op wat ik doe en kan doen waar ik van houd. Mijn omgeving juicht me toe en vangt me op. Ik voel me vrij en gelukkig en vaar mijn eigen koers.
En eigenlijk, gun ik jou hetzelfde.

En jij?
Jij blijft stampen, blijft vals. Je ogen schieten vuur, je mond loopt over van verwijten. Steken onder water, geroddel en gemene opmerkingen. Je raast en tiert maar door. Je paradeert door je leven, trots, ijdel en arrogant. Maar om je heen lijkt het net een aftelrijmpje; er blijven steeds minder mensen over.

Ik heb je vergeven, maar laat je los.
Jij zal mij niet meer raken. Ik ben omringd met liefde.
Doe jezelf maar geweld aan.

I’m Out.

Bron illustratie