NEE.

Ik haatte het om het te horen.
De afwijzing. De twijfel, de gevoelens van schaamte en minderwaardigheid.
Waarom wilden ze me niet?

Ik haatte het om het te zeggen.
Het weigeren, het afwijzen, het afstoten.
De schuldgevoelens en de schaamte.
Waarom kon ik niet behulpzamer, coöperatiever of guller zijn met mijn tijd en energie?
De angst dat mijn NEE een gedwongen JA werd, volgde me als een schaduw.
Zorgde ervoor dat ik met mijn JA’s strooide alsof het confetti was en de daarbij behorende NEE’s tegen mezelf overschreeuwde.

Ik wilde NEE kunnen zeggen, om JA te kunnen menen.
Dus ik las boeken, ging talloze keren in therapie. Voerde gesprekken met mezelf, Mr. Simpelsap en mijn vriendinnen om de voorraad van mijn NEE’s aan te vullen en mezelf volledige toegang te verschaffen zodat ik het ooit zou kunnen.
NEE zeggen.
Ik bleef volharden in het NEE horen door talloze keren te solliciteren, vragen te stellen, schrijfideeën te delen voor publicatie. Ik bouwde van alle NEE’s die ik hoorde een trap om mezelf te kunnen overstijgen.

NEEEEEE! Ik.WIL.NIET!
Welkom bij de masterclass in NEE voor gevorderden.
Zesentachtig centimeter vurige koppigheid brult me tegemoet.
Ze blijft me strak aankijken, terwijl ze haar volume nog een tandje omhoog gooit.
Ik. Wil.Geen.Schone. LUIEAAHHH!
Ieder woord dat haar mond verlaat gaat gepaard met een klap in haar handen.
Op een goede dag, interpreteer ik het geklap als een applaus voor het geduld van haar moeder, op een slechte dag lijkt het op een irritant maar vreedzaam alternatief van mijn dochter voor het diepe verlangen om ieder woord op mijn gezicht te klappen.
Dit is driftbui nummer zeven, het lijkt erop dat dit een slechte dag is geworden.

Ik heb het geprobeerd.
Voorbereiden, herhalen, keuzes aanbieden, op gebiedende toon instructies geven.
Op ooghoogte, op kalme toon, dichtbij haar.
Iedere keer opnieuw. Echt.
“Nee, neee NAAAIIII!”
Het is niet genoeg.
Ze blijft haar NEE’s op hoog tempo op me afvuren, met een precisie die me recht in mijn irritatiezone raakt.
Ben ik niet genoeg?
De gedachte schiet vliegensvlug door mijn hoofd heen. Voordat ik haar kan pakken, is ze alweer verdwenen.

Intussen heeft het volume van haar NEE’s standje oorpijn bereikt en staat ze niet alleen te klappen, maar ook te stampvoeten.
Vanbinnen stampvoet ik ook. HOEZO NEE?!
Ik wil haar vastpakken, dwingen zich over te geven. Haar desnoods in een houdgreep nemen om die stomme luier te verschonen. Ik wil haar achterlaten en in haar NEE-sopje gaar laten koken.
Ik wil dat het stopt.
Ik wil van alles, maar doe niets. Loop naar de stoel en laat me erin zakken.
Zucht diep en kijk haar aan.
‘Dan niet’.

Zesentachtig centimeter woeste wijsheid kijkt me verbaasd aan.
‘Echt niet mama?’
‘Nee.’

Kamp Kindervreugd (deel 2)


Jarenlang keken we toe hoe anderen vertrokken naar de plek waar het leven Anders was.
De plek waar ze samenkwamen, neerstreken met hun hyperactieve hordes kinderen.
Waar er gelachen en gerend werd, waar er altijd muziek klonk en iedere stap een mijlpaal was.
Waar er vertederd werd gekeken naar maatje 56 en kleine sokjes en bolle buiken liefdevol werden bewonderd en geaaid.
Waar ervaren bewoners hun “Nou.. wacht maar tot,…” inleiding te pas en te onpas uitrolden tegenover hun minder ervaren buren en trauma’s en onderdrukte frustraties feilloos werden vermengd met ‘goede bedoelingen’ en ‘liefdevol advies’.
De plek waar ze verstrikt raakten in concurrentiestrijdjes, al watertrappelend hun onzekerheden als ballen onder water bleven duwen, want “ doet die van jou dat nog niet? Nou, die van mij allang” en “mag zij dat van jou? Nou, ik maak daar meteen korte metten mee!”

De plek van alle verantwoordelijkheden, eeuwige overprikkeling en slepend slaaptekort, waar zij zich stiekem aan probeerden te onttrekken wanneer wij weer eens op bezoek waren.
Daar waar zij het gemis van hun oude leven ons heimelijk keer op keer weer toevertrouwden. “Want ouder zijn is ook niet alles”. En: “Je hebt geen idee wat moe zijn is totdat je MOE-der bént”.
Gevolgd door het steevaste ‘ maar we zijn vooral dankbaar dat dit ons is gegund’ wanneer ze zich per ongeluk iets teveel van die donkerte lieten ontglippen en zich misschien wel realiseerden dat hun verloren vrijheid iets anders was dan ons huidige gemis.

Ineens was de boot aan en zaten we er boven op.
De stroom van babyshowers, genderreveals, bellypaintings, kraamborrels vol babyroze en babyblauw, glitters, ballonnen en slingers kwam op gang. Gepaard met mondkapjes, vaccins, teststraten, social distancing, quarantaines en complotten maakten we eindelijk, na 8 jaar hopen en wensen die oversteek.
Het medelijden en medeleven werd medeblijdschap. We werden overspoeld met kaartjes, cadeautjes, appjes en lieve woorden. Nooit had ik kunnen bedenken dat zoveel mensen ons meegedragen hebben in gedachten en in stilte zoveel liefs naar ons stuurden.

De mensen die ons voorgingen zijn uit het zicht verdwenen. Genieten van hun herwonnen vrijheid nu hun kroost welbespraakt, zindelijk en zich in zekere mate zelfstandig de wereld eigen maakt.
Soms komen we oude bekenden tegen, met een nakomertje of een tweede leg, maar dat is toch anders. De droom dat we elkaar hier écht weer zullen ontmoetten heb ik nu voorgoed laten varen.
De basis van ons kamp is gebouwd op jarenlange teleurstellingen en de bevrijdende conclusie dat het leven niet maakbaar is.
Dus wie maakt ons wat?
We bouwden op in een wereld die finaal afgebroken werd.
Groeiden nader tot elkaar terwijl 1,5 meter de norm was en werden overspoeld met vertrouwen en liefde in een tijd waarin wantrouwen en angst de boventoon voerden.

Ach, Kamp Kindervreugd.
Het was ongelooflijk dat ik mijn droom in vervulling zag gaan, maar het brak mijn hart dat mijn lotgenoten geen lotgenoten meer waren. Ik durfde eerst niet te vertellen dat ik onderweg was. Durfde niet te klagen over de angsten, de onzekerheden, de irritaties en de frustraties.
Dankbaarheid is de lat en ik mag er niet aan onderdoor gaan.
Maar het is waar.
Alle verantwoordelijkheden, de eeuwige overprikkeling, het slepende slaaptekort zijn overweldigend.
Net zoals de diepte van mijn liefde, de veerkracht van mijn geduld en de verrassende vertedering die me dagelijks overvalt.
Moeder zijn is het meest intense, non dualistische dat ik ooit heb meegemaakt in mijn leven.
Het is voor altijd en/en.
Moe en tóch de energie vinden om de dag met ons vaste bedritueel af te sluiten.
Boos en tegelijkertijd de lachkriebels voelen omdat ze me verrast met een grappige uitspraak.
Overprikkeld zijn en haar toch dichtbij me willen houden omdat ik zo geniet van haar geklets en haar gekke acties.
Gefrustreerd zijn en dankbaar.
Uitkijken naar de toekomst en weemoedig terugkijken naar haar babytijd.

Omringt door een spiegeltje dat me haarfijn aanvoelt, uitvergroot en terug spiegelt wat ik misschien liever niet had willen zien.
De flonkering in haar ogen die een heuse spotlight wordt als ik haar aan het einde van de dag op kom halen.
Hoe ze me dan in de armen vliegt en in het volle licht van haar liefde zet.
Gewoon, omdat ik er ben.
Het eindeloze oefenen met zachter zijn voor mij en mezelf de liefde te gunnen die ik haar zo moeiteloos geef.

“Voor eeuwig en altijd”

Wij dromen vooruit


Wij dróómden vooruit,
Streken neer in de Vrijstad aan de Lek
Tussen velden en wegen
Werkten we, bouwden we en hoopten we
Op een vrije republiek
Op thuiskomen
of op naar huis gaan
Wij droomden vooruit
Maar het verleden haalde ons in
Met haar kleine weggestopte, stille dromen over…
… sudah, laat maar..
Voorwaarts moeten we gaan

Wij droomden vóóruit
Boze dromen
Volgepakt met groots gemis en sterke idealen
Gemedicaliseerd, weggesubsidieerd
omgekocht of omgelegd,
in slaap gesust met zoete beloften
Alwéér!
WIJ kenden onze plaats
Maar de toekomst riep
En het verleden schreeuwde in stilte
Zó hard dat het ons de adem benam
Maar wij rouwen niet,
Wij bouwen!

Wíj droomden vooruit
Tussen heesterhagen, touwtjes uit brievenbussen en ons pleintje voor de deur
Probeerden wij te grijpen
Wat onze opa’s en oma’s nooit hebben gehad
We volgden de verhalen van onze ouders
En verzamelden
Het zand uit de ogen
Het zout uit de wonden
Wij rouwden en wij bouwden,
Leerden langzaam te vertrouwen
Op samen én op zelf
Want wij delen om te helen

Voor jou
Dromen wij vooruit 
Eren we wat we hebben gekregen
Laten we los wat we niet meer nodig hebben
Missen we wat we ooit hebben gehad
En verheugen we ons op wat er nog gaat komen

Laat je voeden door je wortels
Baan je eigen weg naar je licht
Koester wat je gegeven is
Neem mee wat je wil doorgeven
Groei is geen verraad

Met jou
Delen we de glans na alle weerstand
Dansen we
over gebaande paden, nieuwe wegen en geslagen bruggen
Met jou
Dromen we vooruit

De paradijsvogel

Buiten dendert de wereld door, binnen is alles vertraagd
Ze glijdt uit over dromen, ploetert door bergen pijn en stapels pech
Toch staat ze op, hoe vaak ze ook valt
Soms als onderwerp, soms als lijdend voorwerp, maar altijd zet ze haar woorden aan het werk

Zij brouwt van zure zaken simpelsap.
Zorgt voor haar eigen zoetheid in bittere tijden
En zelfs als er geen vruchten zijn om te plukken, blijft ze haar oogst met me delen
Knalt ze dwars door mijn scherm de ruimte in, deelt de kronkels van haar gedachten, de kartelrandjes van haar pijn
Er hoeft niets op te klaren om er te mogen zijn
Hoe hardleers ik ook ben, zij blijft het me leren

En nu is het winter
Met hand en tand verzet ik me tegen de kaalheid van haar seizoen
de rauwheid snijdt in mijn wangen en doet mijn ogen tranen
Ik wens haar lente
Waar de lucht vol leven is en knoppen staan te popelen om op te bloeien.
Ik wens haar eindeloos warme zomeravonden, waar we kunnen dansen in ons hemd en klepperend op onze slippertjes weer naar huis toe slenteren.
Ik wens haar herfst
Zodat zij zich kan laven aan de goudgele gloed en haar zorgen als blaadjes van zich af kan laten dwarrelen
En toch is het winter

Zij zegt dat zij niet sterk is, geen vechter en geen inspiratiebron is.
Maar in de diepste donkerte, blijft ze lichtpuntjes scoren
Rijgt ze aan elkaar en blijft ze met mij delen
zodat ik niet alleen haar, maar ook mijn eigen licht kan zien schijnen.
Ieder keer opnieuw

Welk seizoen het ook is,
Welk seizoen het ook mag worden,
Niets neemt haar af wat ze voor mij altijd zal zijn.

Ps. Ben je benieuwd naar het verhaal achter mijn Simpelsapjes?
Volg me dan op Facebook of Instagram.

Daar licht ik regelmatig een tipje van de sluier op. 😉

Een nieuw leven

Ik wilde een nieuwe leven.
Twee harten in plaats van één, trappelende voetjes in mijn buik.
Ik wilde een nieuwe fase van korte nachten en grote dromen. Met nieuwe ogen naar de wereld kijken, alles opnieuw beleven voor de eerste keer.
Mijn kinderwens was lange tijd de motor van mijn bestaan.
Als klein meisje twijfelde ik aan alles, maar één ding wist ik zeker; later als ik groot ben, word ik moeder. Ik ging braaf naar school en haalde mijn diploma’s. Ik keek de kunst van het moederen af van mijn moeder en tantes en oefende op mijn zusje. Ik werd mantelzorger en leerde al vroeg dat liefhebben loslaten is. Ik leerde dat je geen mensen kunt helen als je eigen hart gebroken is en stortte mezelf volledig op het helen van mij. Ik las honderden zelfhulpboeken, ging in therapie en volgde allerlei trainingen en workshops. Ik groeide groter en hongerde naar meer.
Ik wilde zelfstandig en heel zijn, gediplomeerd en belezen. Ik wilde een stabiele, geweldige relatie met de liefde van mijn leven. Ik wilde een vast contract met een stabiel inkomen, een goede basis voor mijn baby.
Voor minder zou ik het niet doen.

En toen was het moment daar. Later voelde als nu en ik voelde me groot.
Ik had een stabiele, liefdevolle relatie met een geweldige man en we maakten plannen om te verhuizen naar echt ‘grotemensenhuis’.
We streken neer in een rustige groene buitenwijk, met voor een schooltje en achter een speeltuin. Tijdens het klussen hoorden we de kinderen spelen en als ik wachtte op het koken van mijn theewater, keek ik dromerig uit het keukenraam.
Nog even en dan zouden onze kindjes spelen op het veld dat meer mos was dan gras. De kamers naast onze slaapkamers stonden leeg, maar ademden blije toekomstdromen over kibbelende kinderen, ochtendspits en bergen vol wasgoed. Nog een paar jaar en dan zou ik de weg oversteken om onze kinderen naar school te brengen voordat ik naar mijn werk zou gaan.
Mijn werk. Een aantal jaren eerder struikelde ik over mijn monsters het donker tegemoet en besloot ik van carrière te veranderen. Ik bluste mijn idealen en koos voor stabiliteit, voorspelbaarheid, veiligheid en vastigheid. De vurige ambities van vroeger, maakten plaats voor rationele, verstandige keuzes voor later. Dit was de plek waar ik mijn basis kon vormen voor ons gezin. Dus ik bleef.

We droomden, we hoopten en probeerden. Tevergeefs.
Ik maakte kennis met de Endobitch  en moest leren leven met haar bestaan. We riepen hulptroepen in en het maken van een baby werd ineens een groepsproject.
We piekerden, werden teleurgesteld en wilden opgeven. We gingen door.
Alles komt goed, als je maar wil. Gewoon doorgaan en je best blijven doen.
Later als ik groot ben, word ik moeder. Nu het niet wilde lukken, voelde ik me kleiner dan ooit. Ik voelde me geknakt in mijn creatiekracht.
Waarom kan ik geen nieuw leven creëren?
Wat is er mis met mij?
Wat heb ik verkeerd gedaan?
Is dit een straf?
Mijn overtuiging van de maakbaarheid van het bestaan was het anker dat me op mijn plek hield en ervoor zorgde dat ik vol kon blijven houden. Het was een dierbare illusie waar ik maar geen afscheid van wilde nemen.
Toch heb ik het gedaan.

Ik liet los en kreeg een nieuw leven.
Met één wild kloppend hart en trappelende vlinders in mijn buik. Met kleine stapjes en grote dromen. Een nieuwe fase waarin radicale zelfliefde de motor is van mijn bestaan. Door te kijken vanuit liefde zijn mijn ogen weer als nieuw en zie ik alles opnieuw voor de eerste keer. Vol verwondering en verbazing. Iedere dag werk ik eraan om van mezelf te houden zoals ik ben – flaws and all- en leer mezelf toe te juichen tijdens iedere stap in mijn proces. Ik wil de vriendin voor mezelf zijn die ik verdien, omdat ik geloof dat vrede in jezelf leidt naar vrede om je heen. Ik stretch mijn comfortzone en onthoud dat de engste situaties de spannendste verhalen opleveren.
Ik heb afgerekend met schuld en schaamte en deel mijn verhalen, omdat ik geloof dat verhalen ons met onszelf en elkaar verbinden en kunnen helpen in heling en groei.
Mijn vrouw-zijn hoeft geen functie te hebben om waardig te zijn, ik bepaal de kaders van mijn bestaan en ik heb besloten dat ze net zo vloeiend mogen zijn als de stroom waarop ik me laat meevoeren in dit leven.

Ik kwam terug bij AcaMina en mijn creatiekracht is sterker dan ooit.
Simpelsap is waar ik mijn verhalen met je deel en AcaMina is de plek waar ik jou help met de jouwe. Als Lifestory Coach help ik je graag bij het vastleggen, verbouwen of vieren van je verhaal.
Als je je eigen beste vriend(in) kunt zijn en vanuit radicale zelfliefde jezelf kunt toejuichen, wordt de wereld vanzelf een vredigere plek.
Voor minder ga ik het niet doen.

Leven met een wens die ik dolgraag in vervulling zou zien gaan is soms een hele grote uitdaging.
Het is verdrietig, frustrerend en moeilijk. Soms voel ik me eenzaam en onbegrepen, worstel ik met gevoelens van jaloezie en bitterheid. Ondanks dat heb ik meer gekregen van mijn onvervulde kinderwens dan dat het me heeft gekost. Het heeft me bevrijd van de illusie van maakbaarheid en teruggebracht naar mijn eigen creatiekracht. Het heeft me gedwongen om mijn leven opnieuw vorm te geven en heeft me helpen beseffen dat ik alleen kan bijdragen aan de wereld als ik geloof in wie ik ben en wat ik kan.
Het heeft de relatie met mezelf en met Mr. Simpelsap verdiept en ervoor gezorgd dat we dichterbij elkaar zijn dan ooit.
Ongewenst kinderloos zijn is de meest verrijkende, bevrijdende ervaring in mijn leven, waar ik nog dagelijks de vruchten van pluk.
En daar maakt AcaMina graag Simpelsap van ?

PS. Nog 3 nachtjes slapen en dan komt mijn allereerste E-Book uit.
Schrijf je in voor mijn nieuwsbrief en je krijgt jouw gratis exemplaar in je mailbox!

Op de schouders van reuzen

Ik stond op de schouders van reuzen
Klein gehouden, beklemd in de knop, met z’n allen over één kam
Hielden zij hun talenten verborgen als parels in oesters
Mijn reuzen woonden in het kamp van de dood en brachten het opnieuw tot leven

Trauma’s trokken als mist door het landschap,
Werden door hen met blote handen gevangen en neergelegd in de handen van God

Ik stond op de schouders van reuzen
Die altijd door bleven gaan en goochelden met strijdkracht en overgave
Zij praatten niet, maar bogen hun hoofd
En lieten hun daden spreken
Op de schouders van mijn reuzen
Ontdekte ik een hele nieuwe wereld
Vond ik de sterren terug die hun ogen waren verloren

Ik stond op de schouders van reuzen
En nu je weet waar ik stond
Zal ik je vertellen waar ik heenga
Ik ga door en ik ga diep
Net als mijn reuzen
Door het stof, door donkere dagen
Schaamteloos omdat ik weet dat liefde mijn pad verlicht
Ik goochel met strijdkracht en overgave
Maar ik laat zowel mijn woorden als daden spreken
Ik kan niet klein
Ik kan niet beklemd
Ik kan niet over één kam
Want ik stond op de schouders van reuzen
Die me vanaf het begin leerden hoe ik boven mezelf uit kon stijgen

Brief aan mijn beste vriendin

Lieve vriendin,
Als puber leerde ik dat jij de beste persoon bent om vriendschap mee te sluiten. Dat vond ik een beetje gek, maar ik wilde het toch proberen.
Ik deed mijn best om je beter te leren kennen, deed leuke dingen met jou en keek naar je om. Ik kocht kleren voor je, we gingen samen sporten. We mijmerden, droomden en fantaseerden, bedachten het ideale plaatje waarin het grote geluk voor ons was weggelegd.
Je was prachtig, van binnen en van buiten. Je was slim en grappig, onhandig en lief, trouw en ook een beetje naïef. Je was precies goed zoals je was, maar dat zag ik niet.
Ik kraakte je af en wees je haarfijn op je pukkels, de haren op je bovenlip en de striae op je benen. Ik lachte je vaker uit dan toe, maakte meer verwijten dan complimenten en bespotte je keuzes.
Eerst deed ik het soms en zachtjes, maar later steeds vaker en luider.
Ik dwong je dingen te doen die je niet wilde, haalde je over om jezelf opzij te zetten voor schijnzekerheden en je behoeften te parkeren om te passen in het plaatje van de mensen om je heen.
Ik verkoos anderen boven jou, geloofde hun waarheid over jou zonder jou ook maar iets te vragen en liet je vaak  zitten om met hen mee te gaan.
Ik zou willen dat ik kon zeggen dat ik je vaak voorbijliep, maar de waarheid is dat ik je eigenlijk niet eens zag staan.
Voor anderen was ik loyaal, geduldig en zorgzaam, maar jij kon me steeds minder schelen. Tussen ons was allang geen vriendschap meer.
Ik rekte je grenzen op als rubberen elastiekjes en luisterde niet meer naar jou. Ik praatte na wat anderen tegen je zeiden en gooide er vaak nog eens een schepje bovenop. Ik vond je een overgevoelige aanstelster, een dikzak, een zwakkeling, een dommerik .

Sommige dagen wilde je je bed niet meer uit, andere dagen werkte je dwangmatig om toch aan mijn eisen te kunnen voldoen. Er waren momenten dat er kortsluiting ontstond in je hoofd en je je er oververmoeid bij neerlegde dat mijn dwangmatige dromen voor jou te hoog gegrepen waren.  In die noodsituaties draaide ik me plots naar je om, overlaadde je met zorg, lapte je op en hielp je overeind. Het werkte iedere keer.
Hoopvol strompelde je achter me aan terwijl ik andermans ambities achterna huppelde zonder nog naar je om te kijken.
Talloze keren twijfelde je. Of je het wel goed deed, of je het wel waard was. Of je genoeg bestaansrecht had en of je in de door mij stukgelopen dromen nog leven kon blazen..
Ik snap wel dat je je voor me afsloot en bij me wegliep. Ik begrijp wel dat je op zoek ging naar anderen, die wel goed voor je waren en dat je deed wat je kon om hun vriendschap te behouden. Dat je bakken met geld uitgaf aan trainingen, cursussen, workshops en coaching om de lat te kunnen raken die ik zo hoog voor je had neergelegd.

Het spijt me. Het spijt me echt ontzettend erg.
Ik had je nooit, nooit zo mogen behandelen als ik heb gedaan. Al die jaren twijfelde je of je goed genoeg was voor anderen, terwijl ik gewoon niet goed genoeg was voor jou. Ik weet dat je bang bent geworden om te vallen, niet omdat je twijfelt of je daarna nog op kunt staan – want we weten beiden dat je dat kan- maar omdat je bang bent dat ik  wederom de oorzaak zal zijn van die zoveelste val.
Ik heb je bekritiseerd, opgejaagd en afgestraft. Ik heb je gedreigd en geforceerd, bang gemaakt en weggestopt. Ik heb talloze keren geprobeerd om je licht te doven, omdat ik bang was dat je er anderen mee zou verblinden. Ik heb je genegeerd en klein gehouden en accepteerde het als iemand in mijn omgeving hetzelfde deed. Ik geloofde niet in je grootsheid, schoffeerde je gaven en duwde je talloze keren kopje onder in een flow die niet de jouwe is. Ik was een pestkop, een slavendrijver en een kreng.
Het spijt me.

Lieve Acamina,
Kun je me vergeven en mag ik nog een kans?
Ik wil voor je zorgen, naar je luisteren en je aanmoedigen. Ik wil je helpen je wensen uit te spreken en je grenzen te bewaken. Ik wil je niet meer laten vallen, maar ik wil er juist voor zorgen dat je struikelpas een huppeltje wordt, zodat je een beetje wijzer en sterker verder kan.
Al die tijd was je precies goed zoals je was en het is mijn eigen stomme schuld geweest dat ik dat niet heb gezien.
Ik weet dat ik fout ben geweest, maar wil het met je goedmaken.
Zullen we het weer proberen?

Liefs van je beste vriendin

Dromers die doen: Linda’s kinderwens

Ooit werkten we voor hetzelfde bedrijf. Het klikte meteen en we kletsten wat af. Toch verloren we elkaar uit het oog.  We veranderden van baan en het contact verwaterde.
Vorig jaar vonden we elkaar terug. Linda las een van mijn artikelen in Freya magazine en nam contact met me op. We blijken lotgenoten te zijn; allebei hebben we een kinderwens én endometriose.
Twee vrouwen met dezelfde droom, maar een heel ander pad.
Vandaag vertelt Linda haar verhaal.

Linda, moederke!
‘Mensen van onze leeftijd jagen vaak grote dromen na. Mijn grote droom is het moederschap. Vanaf jongs af aan ben ik dol op kinderen. ‘Linda, moederke! Jij wordt later écht een leuke moeder!’ hoorde ik vaak als ik met mijn neefjes en nichtjes in de weer was.
Ik wist dat ik het wilde, maar was er nog lang niet aan toe. Eerst studeren, een stabiele baan, een fijne relatie.. Ik wilde wachten tot ik meer zekerheid had, tot ik er klaar voor was. Maar wanneer ben je echt klaar?
‘Zekerheid heb je nooit’, zei mijn buurvrouw toen ik haar vertelde over mijn wens. Daarnaast begon mijn schoonmoeder te dementeren. Hoe mooi zou het zijn als ze haar zoon nog zou kunnen meemaken als vader?
Ik stopte met de pil en vond het heel spannend. Toch had ik vanaf het begin al het gevoel dat het niet vanzelf zou gaan. Mijn lichaam begon anders aan te voelen, ik kreeg meer pijn tijdens mijn menstruatie. Na een jaar ben ik naar de huisarts gegaan en begonnen de onderzoeken. Daar leek in eerste instantie niet veel uit te komen, de resultaten leken goed. Ik had niet veel aandacht voor de pijn. Ongesteld zijn doet nu eenmaal pijn en ik wilde geen aanstelster zijn.De arts stuurde ons naar huis om het een half jaar aan te kijken. Ik wist al dat het niets zou opleveren.

De medische molen
Toen ik na zes maanden weer terug was, vonden ze een cyste van zeven centimeter op mijn eierstok. Het ziekenhuis wilde afwachten, maar toen ik na een pijnaanval op de eerste hulp terechtkwam, werd er een kijkoperatie ingepland. Ik kreeg de diagnose endometriose.
Inmiddels ben ik al drie keer geopereerd aan cystes en verklevingen. Ze hebben ontdekt dat mijn baarmoeder verkleefd zit aan mijn darmwand. Ik blijk niet alleen endometriose, maar ook adenomyose te hebben. Dat is een vorm van endometriose die zich in de wand van het baarmoeder tussen het spierweefsel bevindt. De adenomyose heeft ervoor gezorgd dat de tweede IUI poging die lukte, uitliep op een miskraam.
In totaal heb ik vier IUI behandelingen gehad. Nu ben ik bezig met IVF.
De endometriose en adenomyose reageren heel heftig op de hormonen. Daardoor ben ik drie keer met Lucrin behandeld.  Dat is een medicijn dat ervoor zorgt dat mijn lichaam tijdelijk in de overgang komt. Zo kan mijn baarmoeder tot rust komen voor de volgende stap.
Door de endometriose en adenomyose heb ik veel klachten en pijn.
Mijn hondje Molly houdt me in beweging. Voor haar kan ik zorgen en zo kan ik toch een beetje mijn moedergevoel kwijt.  Ook geniet ik heel erg van de dochter van mijn zus. Het is heerlijk om haar tante te zijn.
Ik richt me op de dingen die me energie geven. Dingen waar ik een hekel aan heb, doe ik gewoon niet meer. Daarom heb ik een poetsvrouw!

Open en eerlijk
Deze periode in mijn leven heeft mijn vriendschappen verdiept. Vroeger verstopte ik me vaak achter een masker, maar dat hou ik niet meer vol. Ik ben nu  heel open over mijn situatie. Iedereen mag het weten en daardoor heb ik de ruimte om me rot te voelen. Mijn omgeving reageert vaak gepast en begripvol, maar de steun en interesse nemen wel af naarmate de tijd verstrijkt. De nieuwigheid is er vanaf en het leven gaat door. Logisch, maar voor mij is het nog steeds spannend en belangrijk.  Dat is moeilijk.
Soms ben ik bang dat ik zal eindigen als een oud, eenzaam vrouwtje. In het begin van het traject wás ik dat vrouwtje al. Bij iedere stap keek ik veel te ver vooruit en dat beangstigde me. Nu denk ik; vandaag is vandaag. Ik kan meer in het hier en nu blijven en de medische molen is daardoor makkelijker vol te houden. Hopelijk is dit de allerzwaarste periode uit mijn leven, want dat betekent dat de rest van mijn leven lichter wordt!

Doorgaan
Moeder worden is mijn droom, maar ik heb het gevoel dat dit nooit zal gaan lukken. Mijn man denkt hier hetzelfde over. Ik wil er alles aan gedaan hebben om moeder te worden; stoppen is nu dus geen optie. Ongewenst kinderloos blijven is als een rouwproces waar ik nog niet aan mag beginnen.
Zolang ik doorga, is er hoop.  Als ik definitief kinderloos blijf, zal ik mijn verwachtingen van het leven bij moeten stellen. Ik ben dertig jaar lang geen moeder geweest en toen was mijn leven ook wel oké. Als ik ooit kan accepteren dat er geen kinderen komen, kan het leven vast weer leuk worden.
Maar de leegte blijft.
Er zijn zoveel mooie verhalen over zingeving en positiviteit bij ongewenste kinderloosheid.  Ik denk dat er een hoop ongewenste kinderloze mensen zijn die zich hier niet in herkennen.
Daarom wil ik mijn verhaal ook niet mooier maken dan het is. Dit is mijn verhaal, mijn droom. Ook al voelt het alsof hij nooit zal uitkomen, toch ga ik door. ‘

 ‘Poeh, dit wordt vast een héél zwaar stuk!’ Linda lacht.
Het is niet de eerste keer dat ze haar verhaal met mij deelt, maar het raakt me iedere keer. Onder het mom: ‘Je kunt maar beter lachen, huilen doe je toch wel’ grappen we heel wat af, maar het gewicht van deze onvervulde droom dragen we allebei met ons mee. 
Een droom is niet altijd rozengeur en maneschijn. Toch blijft Linda de zon achter de wolken zien, windt ze geen doekjes om haar verdriet en straalt ze als ze de lichtpuntjes in haar leven benoemt. Daarin is zij voor mij een lichtend voorbeeld. 

Als boeken konden praten..

Ik ben in de bibliotheek, omringd door boeken. Statig staan ze in hun kasten, gestructureerd op genre en alfabet. Van jongs af aan sleep ik met meer boeken rond dan ik eigenlijk kan dragen en verdiep ik me gulzig in hun geheimen. Ik snuffel door passages, bestudeer de hoofdstukken en droom weg bij mooie zinsneden. Fantaserend over dubbelzinnige beweegredenen, analyseer ik de karakters tot op detail.Hoe zou het zijn als een boek zou kunnen praten?
Als ik elke vraag kon stellen die in me opkwam, elke analyse kon laten checken door de hoofdpersoon en struikelend over mijn eigen vooroordelen en interpretaties dichterbij de kern kwam van écht contact? Hoe zou het zijn als een boek zich écht voor me zou openstellen en me kans zou geven om zijn of haar ware boodschap te lezen?

Vandaag kan dat écht.
Ik ben in de bibliotheek, omringd door mensen.  Groot en klein, dik en dun, blank en bruin. Schuchter lachend of joviaal pratend.  De mensen om me heen zijn levende boeken, actief voor de Human Library. De Human Library is een Deens initiatief, dat mensen uitnodigt om hun vooroordelen te onderzoeken en met elkaar in gesprek te gaan. Zaterdag 25 november is de Human Library open voor Eindhovens publiek, maar vandaag krijg ik een voorproefje.
Ik kijk in de mooie ogen van een grote man. Met luide stem vertelt hij over schuld, schaamte en de praktische moeilijkheden wanneer je na detentie terugkeert in de maatschappij.
Een sprankelende dame met de boektitel ‘dikke vrouw’ vertelt me over haar reizen, haar avonturen en haar liefde voor het leven. Deze vrouw zit zo vol levenslust en leergierigheid dat ik alleen maar kan hopen dat een beetje van haar vreugdevuur op me overslaat.
En dan die stoere statige vrouw, die zo groots is in haar kwetsbaarheid. Onder de titel ‘gepest en misbruikt’ vertelt ze in vogelvlucht over de momenten in haar leven die haar het meest hebben gevormd. Ze strijdt tegen stigma’s, overlaadt me met kleine en grote levenslessen en legt me uit hoe ze kiest voor haar herstel. ‘Herstellen is de beste versie van jezelf worden’ en dat kan ik alleen maar beamen.
Het is zo makkelijk om verdwaald te raken in mijn eigen interpretaties, oordelen en verkokerde visies.  Discussies lijken te verharden en zo wordt het steeds moeilijker om de mens achter de mening te blijven zien.
‘Iedereen heeft (voor)oordelen en daar hoef je niet bang voor te zijn.’ zegt een vrijwilliger.
‘Je hoeft niet bang te zijn om het beestje bij de naam te noemen. Dus iemand is suïcidaal of psychotisch, autistisch of hooggevoelig, nou en? Benoemen mag, stigmatiseren niet.’  Vult een van de ‘boeken’ aan.
Als ik maar lang genoeg met iemand praat, ontdek ik steeds opnieuw dat er meer overeenkomsten zijn dan verschillen. Daarom vind ik dit zo’n mooi initiatief.


Nieuwsgierig geworden?
Aanstaande zaterdag is de Human Library van 13.00-17.00 in de bibliotheek in Eindhoven.
Daarna komen ze op nog veel meer plekken in Nederland. Kijk voor een overzicht op: http://thehumanlibrary.nl/

#Metoo: Brief aan mijn dader

Je kwam, nam en overwon, maakte van mij een vrouw in een meisjeslijf.
Overschreed grenzen die ik nog niet had gevonden, eigende toe wat van mij had moeten blijven.
Je verwoestte wat nog moest groeien, besmette mijn potentie met een verstikkende schaamte.
Je voegde extra dimensies toe aan mijn wereld, de complexiteit overviel me met al haar kracht.
Jij hebt mij dit aangedaan.

Ik leerde dat vrienden vijanden kunnen worden en bondgenoten daders.
Ik leerde dat een dode mond niet betekent dat het verhaal ophoudt met schreeuwen.
(Ik ben alleen de enige die het hoort)
Mijn trauma’s draaiden op de achtergrond en ik leefde op het ritme van mijn verdriet.
Ik leerde te vechten.

Te vechten voor mij.
Voor mijn eigen-waardigheid, eigen – wijsheid en eigen- zinnigheid.
Voor naïviteit, impulsiviteit, blind vertrouwen en grenzeloze liefde.
Misschien is “life a battlefield”, maar ik trek me terug.
Ik heb gevochten om terug te krijgen wat ik had verloren.
Het blijkt nooit verloren zijn gegaan.
Het zat gewoon verstopt.

Heel lang heb ik gedacht dat het om jou ging.
Over wie je was, wat je koos en wat je me hebt aangedaan.
Over de verhalen waarin jij de dader was en ik het slachtoffer.
Over alles wat je me hebt afgenomen
Over hoeveel levensvreugde me dat heeft gekost.
Maar zo interessant ben je eigenlijk niet.

Ik heb het leed gedragen en gekoesterd.
Ik heb het slachtofferschap omarmd.
Mijn taboe is doorbroken.
De rekening met schuld en schaamte is vereffend.
Ik ben (ge)heel(d), écht gebroken was ik nooit.

Dag meneer die ooit mijn dader was.
Ik heb je niet meer nodig.
Het ga je goed.