Kamp Kindervreugd (deel 2)


Jarenlang keken we toe hoe anderen vertrokken naar de plek waar het leven Anders was.
De plek waar ze samenkwamen, neerstreken met hun hyperactieve hordes kinderen.
Waar er gelachen en gerend werd, waar er altijd muziek klonk en iedere stap een mijlpaal was.
Waar er vertederd werd gekeken naar maatje 56 en kleine sokjes en bolle buiken liefdevol werden bewonderd en geaaid.
Waar ervaren bewoners hun “Nou.. wacht maar tot,…” inleiding te pas en te onpas uitrolden tegenover hun minder ervaren buren en trauma’s en onderdrukte frustraties feilloos werden vermengd met ‘goede bedoelingen’ en ‘liefdevol advies’.
De plek waar ze verstrikt raakten in concurrentiestrijdjes, al watertrappelend hun onzekerheden als ballen onder water bleven duwen, want “ doet die van jou dat nog niet? Nou, die van mij allang” en “mag zij dat van jou? Nou, ik maak daar meteen korte metten mee!”

De plek van alle verantwoordelijkheden, eeuwige overprikkeling en slepend slaaptekort, waar zij zich stiekem aan probeerden te onttrekken wanneer wij weer eens op bezoek waren.
Daar waar zij het gemis van hun oude leven ons heimelijk keer op keer weer toevertrouwden. “Want ouder zijn is ook niet alles”. En: “Je hebt geen idee wat moe zijn is totdat je MOE-der bént”.
Gevolgd door het steevaste ‘ maar we zijn vooral dankbaar dat dit ons is gegund’ wanneer ze zich per ongeluk iets teveel van die donkerte lieten ontglippen en zich misschien wel realiseerden dat hun verloren vrijheid iets anders was dan ons huidige gemis.

Ineens was de boot aan en zaten we er boven op.
De stroom van babyshowers, genderreveals, bellypaintings, kraamborrels vol babyroze en babyblauw, glitters, ballonnen en slingers kwam op gang. Gepaard met mondkapjes, vaccins, teststraten, social distancing, quarantaines en complotten maakten we eindelijk, na 8 jaar hopen en wensen die oversteek.
Het medelijden en medeleven werd medeblijdschap. We werden overspoeld met kaartjes, cadeautjes, appjes en lieve woorden. Nooit had ik kunnen bedenken dat zoveel mensen ons meegedragen hebben in gedachten en in stilte zoveel liefs naar ons stuurden.

De mensen die ons voorgingen zijn uit het zicht verdwenen. Genieten van hun herwonnen vrijheid nu hun kroost welbespraakt, zindelijk en zich in zekere mate zelfstandig de wereld eigen maakt.
Soms komen we oude bekenden tegen, met een nakomertje of een tweede leg, maar dat is toch anders. De droom dat we elkaar hier écht weer zullen ontmoetten heb ik nu voorgoed laten varen.
De basis van ons kamp is gebouwd op jarenlange teleurstellingen en de bevrijdende conclusie dat het leven niet maakbaar is.
Dus wie maakt ons wat?
We bouwden op in een wereld die finaal afgebroken werd.
Groeiden nader tot elkaar terwijl 1,5 meter de norm was en werden overspoeld met vertrouwen en liefde in een tijd waarin wantrouwen en angst de boventoon voerden.

Ach, Kamp Kindervreugd.
Het was ongelooflijk dat ik mijn droom in vervulling zag gaan, maar het brak mijn hart dat mijn lotgenoten geen lotgenoten meer waren. Ik durfde eerst niet te vertellen dat ik onderweg was. Durfde niet te klagen over de angsten, de onzekerheden, de irritaties en de frustraties.
Dankbaarheid is de lat en ik mag er niet aan onderdoor gaan.
Maar het is waar.
Alle verantwoordelijkheden, de eeuwige overprikkeling, het slepende slaaptekort zijn overweldigend.
Net zoals de diepte van mijn liefde, de veerkracht van mijn geduld en de verrassende vertedering die me dagelijks overvalt.
Moeder zijn is het meest intense, non dualistische dat ik ooit heb meegemaakt in mijn leven.
Het is voor altijd en/en.
Moe en tóch de energie vinden om de dag met ons vaste bedritueel af te sluiten.
Boos en tegelijkertijd de lachkriebels voelen omdat ze me verrast met een grappige uitspraak.
Overprikkeld zijn en haar toch dichtbij me willen houden omdat ik zo geniet van haar geklets en haar gekke acties.
Gefrustreerd zijn en dankbaar.
Uitkijken naar de toekomst en weemoedig terugkijken naar haar babytijd.

Omringt door een spiegeltje dat me haarfijn aanvoelt, uitvergroot en terug spiegelt wat ik misschien liever niet had willen zien.
De flonkering in haar ogen die een heuse spotlight wordt als ik haar aan het einde van de dag op kom halen.
Hoe ze me dan in de armen vliegt en in het volle licht van haar liefde zet.
Gewoon, omdat ik er ben.
Het eindeloze oefenen met zachter zijn voor mij en mezelf de liefde te gunnen die ik haar zo moeiteloos geef.

“Voor eeuwig en altijd”

Afscheid na acht jaar

Acht jaar lang was ze bij me.
Eerst op kleine flitsbezoekjes, vergezeld door haar vriendin.
Daarna kwam ze vaker alleen. Op de thee, om vervolgens te blijven plakken tot na het avondeten. Later rolde ze haar slaapzak pontificaal in mijn kamer uit en bleef ze logeren.
Ik heb haar nooit uitgenodigd, nooit gevraagd te blijven.
Ik heb haar nooit verteld waar ik woon, of de sleutel gegeven.
Het maakte niets uit. 

Soms deed ik of ik niet thuis was.
Deed ik de lichten uit en kroop ik met mijn ogen dicht in bed.
Als ik mijn ogen open deed, stond ze er weer met al haar bagage.
Soms blokkeerde ik de deur.
Chantte ik positieve affirmaties, wrong ik me lenig in allerlei bochten om haar te ontwijken.
Soms probeerde ik haar te verleiden.
Masseerde ik haar zachtjes terwijl ik lieve woorden fluisterde.
‘Jij bent goed zoals je bent’  of ‘Het leven met jou is een avontuur’.
Ik kookte eindeloos veel gezonde maaltijden, pompte haar vol met vitaminen, in de hoop dat ze fit genoeg zou worden om te vertrekken.
Het maakte niets uit.

Ze bleef.
Weken werden maanden, maanden werden jaren.
Haar slaapzak ruilde ze in voor mijn bed.
Ze verfde de muren, hing andere gordijnen op en pikte mijn favoriete plek in op de bank.
Soms ging ik weg.
Smeet ik met geld om zo ver mogelijk van haar vandaan te zijn.
Stippelde ik ingewikkelde routes uit, om op de plaats van bestemming erachter te komen dat ze gewoon met me was meegereisd.
Soms vulde ik mijn hoofd met nieuwe plannen, zodat er voor haar geen plek was.
Een boek, een bedrijf, een andere baan, een ander leven, een ander bestaan.
En als ik dan s’nachts in mijn bed lag, moe van al het plannen, schoof ze lepeltje lepeltje tegen me aan en sloeg ze haar armen om me heen.

Moederdag
Mijn verjaardag
Op vakantie
Met kerst en met nieuwjaar
Ze bleef
Ze bleef
Ze bleef

Later bleef ik ook
We praatten nachtenlang
(Ze was best grappig)
We zochten naar lotgenoten
(Blijkbaar waren we niet alleen)
We deelden onze verhalen
(Wat een avonturen!)

Ballonnetjes van hoop hingen gemoedelijk aan slingers van verdriet
Hoe vaak zij ze ook doorprikte
Ik blies er toch altijd weer eentje op
Weken werden maanden, maanden werden jaren
Langzaam werd het goed zoals het was

‘Nou, dan ga ik maar…’
Kordaat staat ze op en loopt naar de deur.
De slingers wapperen in haar voorbijgaan.
Eigenlijk wil ik haar tegenhouden
Ik weet wat ik heb
Ik weet niet wat er zal komen
Het is toch goed zoals het is?
Maar ze staat al bij de deur
En ik kijk stiekem al uit naar de volgende gast

Dag Miss Kinderloos,
Tot nooit meer ziens.


De onmacht van een schrijver (Deel 2)

Nu de wereld even stilstaat,
Staat die van ons op z’n kop
Op Simpelsap de stilte
Om mij heen de storm
Jij bent de mooiste die ik ooit heb gehad
Alsof al mijn creatiekracht is gestold
Tot een bedje voor jou om te groeien

Ik ben geen winnaar
Ook al heeft deze finish twee streepjes,
En zijn er talloze hordes overwonnen
Ook al viel ik vele malen en stond ik nog vaker op
Ik ben geen winnaar

In 96 maanden leerde ik
Blokkades doorbreken
En grenzen herstellen
Boog ik met mijn blote handen
kaders om tot traptreden
Wiebelde ik tussen hoop en vrees
Steeds weer mijn weg naar boven

In 96 maanden
Gooide ik de deur open
Voor alle monsters
Paradeerden ze voorbij,
Bleef ik kijken en werd ik overladen met cadeaus
Schoonde ik mijn kasten op
Gaf ik hun lijken een passend afscheid
Vergoot ik bloed, zweet en tranen
Net zo lang tot al het oude zeer was weggespoeld
Het is eindelijk voorbij

Nu de wereld op adem komt
Houden wij die van ons in,
Staren we ongelovig blij en dankbaar naar klein schermpje
Met de twee belangrijkste lijnen van ons leven
Die de deur open zetten naar ons nieuwe normaal
Mijn lieve kind,
De weg naar jou was lang,
En nu kom je eindelijk naar ons toe

De onmacht van een schrijver

In de film weet ik het vaak al te voorspellen.
De schijnbaar kleine aanleiding die leidt naar de alles veranderende plottwist.
Die ene blik, interactie, of handeling die ervoor zorgt dat het treintje richting een happy end in beweging komt. Het hoofdpersonage komt tot een besef, de stukjes vallen op hun plek en het verhaal kan niet anders dan afsluiten met een mooie eindscène. Strikje eromheen en klaar.
Soms hang ik als een helikopter boven mijn eigen leven, probeer ik in alle warrigheid een rode draad te ontdekken. Iedere keer raak ik met mezelf in de knoop.
Ik voorzie kleine, schijnbaar onbenullige dingen van commentaar, beoordeel ze als de voorbode die ervoor zal zorgen dat ons verhaal van ongewenste kinderloosheid eindelijk eindigt met een baby.

Natuurlijk werd ik deze keer ongesteld, na onze reis in Indonesië moest mijn lijf eerst landen, eerst alle emotie en gebeurtenissen verwerken en dan zal ik volgende maand vast…
Als ik deze maand zwanger word, ben ik uitgerekend rond mijn verjaardag. Als ik 33 word op de 22ste, dan zal het kindje komen.
Logisch dat ik nu niet zwanger ben, ik ben ook veel te gestrest na zo’n hectisch jaar. Volgend jaar wordt vast anders..
Kerskindjes, lentebaby’s, zomerkinderen of een baby in de herfst.
In mijn scenario’s heb ik ze allemaal gehad. Ging ik zwanger op vakantie, werd ik zwanger op vakantie, of deden we nog even een laatste trip naar zee voordat de kleine zou komen.
Dit zou de verandering zijn van ons verhaal, ik wist het zeker.
Ik moest eerst even ontgiften, een nieuwe baan, een emotionele horde over, een trauma verwerken, gezonder eten, lichamelijk in balans komen, geestelijk in balans komen, spiritueel in balans komen, de hele balansbullshit loslaten en ‘gewoon leven.’
Hij moest eerst meer balans op zijn werk, deze levensles onder de knie krijgen, meer sporten, meer energie, meer daadkracht, of juist meer rust.
We moesten eerst nog aan onze relatie werken, de tuin doen, naar zijn familie, naar mijn familie, een retraite, meer ruimte in ons leven, meer bewustzijn, minder bewustzijn.
We vinken alle puntjes af, werken alle lijstjes door, zoeken naar nieuwe doelen, taken of voorwaarden om aan te voldoen. 
Alles voor een plottwist, maar ons verhaal blijft onveranderd.

Wij zijn 93 maanden en meer dan honderd scenario’s verder.
De baby’s die tegelijkertijd met mijn kinderwens werden geboren, gaan naar school en halen hun zwemdiploma’s. Complete gezinnen zijn er in die tijd gevormd, complete huwelijken en relaties zijn gestrand.
Een streepje, blijft een streepje.
Waar eerst hoop en wanhoop was, is er nu niets.
De scenario’s sterven langzaam uit, mijn helikopter blijft steeds vaker aan de grond staan.
De Grote Leegte die op me af denderde als ik dacht aan een later met z’n tweeën, verandert steeds meer in De Grote Opluchting.
Geen hoop, geen testen, geen scenario’s, geen kinderen.
Gewoon dit, gewoon wij.
Genieten van elkaar, onze relatie, onze vrijheid en onze levensstijl.
Verdiept en verbonden door het verdriet dat er nog steeds doorheen golft, dat er altijd doorheen zal golven. Soms kabbelend, soms heftig als een tsunami.

Nou, als dit geen voorbode is van een plottwist, dan weet ik het ook niet meer.

Fuck perfectie

Het stuk dat ze eigenlijk niet had willen posten las ik met kriebels in mijn buik. De scene die ze schetste speelde zich direct voor mijn ogen af en ik voelde de emoties van de hoofdpersoon als een treintje door het landschap van mijn lichaam rijden.
‘Misschien moeten we soms ‘slechte’ stukken van onszelf delen om nieuwe kanten van ons schrijverschap aan te boren.’ Zei ik tegen haar.
Ik schrijf dat soort dingen naar anderen of zeg het hardop, in de hoop dat ik beter naar mezelf ga luisteren.
Dus vandaag, van mij voor jou een stukje uit mijn NietZoSimpelSappige Schrijfarchief.
Fuck perfectie, laten we ‘slechte’ stukken delen, nieuwe kanten van aanboren en de weg ernaartoe met elkaar delen.
Dan wordt het vanzelf een Fabeltastische, Simpelsappige reis. 😉

Luxeverdriet

Tranen komen iedere maand
Ik hoop steeds dat ze van geluk zijn
Maar dat zijn ze nog steeds niet geworden  
Oefening baart kunst zeggen ze
Hoop doet leven zeggen ze

Het is luxeverdriet
Alleen weggelegd voor diegenen 
Die blijven hopen op leven
Die overblijven in het leven
Die niet langer over-leven
Maar weten waar leven over gaat

Het is luxeverdriet
Dat na het tellen van alle zegeningen
Blijft hangen als sluimerbewolking voor de zon
Gefilterde stralen kleuren alles wat matter
Maar geven nog steeds warmte en licht

Het is luxeverdriet
Hoe zwaar het ook voelt,
Ik koester het gewicht
Want iedere maand kunnen huilen om hetzelfde
Is een zegen op zichzelf


PS. Nieuwsgierig ‘het stuk’en de schrijfcollega die me inspireert?
Check hier de Facebookpagina van de Fabeltastische Rellie Telg.

Kinderloos Compleet

‘Hoeveel kinderen heb je?’
Ik sta bij het aanrecht en peil voorzichtig of de zorgvuldig gekolfde melk op de goede temperatuur is om aan haar baby te geven. Ik glimlach sneller dan ik mijn antwoord vind.
‘Helaas geen.’ Ze deinst een beetje terug, haar ogen worden groot.
‘Oh sorry, je bent zo goed met kinderen, ik ging er vanuit dat je ook moeder was.’
Mijn hart staat open om haar warme woorden te ontvangen.
Het ruwe randje van gemis voel ik bijna niet.
‘Dank je wel!’
De stilte die valt hangt wat ongemakkelijk tussen ons in.
‘Oh, ik weet zeker dat als het juiste moment er is..’
Ze zwijgt weer, draait wat heen en weer op de bank. Als ik naar hen toe kom lopen met de fles in mijn hand, strekt haar baby blij haar armpjes naar me uit. Ik schud glimlachend mijn hoofd en geef de fles aan haar moeder.
‘Volgens mij drink jij het lekkerst bij jouw mama op schoot schat.’
We kijken beiden hoe haar kind met beide handen het flesje vastgrijpt en begint te drinken.
Ik haal mijn schouders om en blijf even staan.
‘Dat juiste moment, wie weet! Tot die tijd heb ik jouw kindje en al haar vriendjes en vriendinnetjes hier om voor te zorgen.’
We kijken elkaar glimlachend aan en niet lang daarna verdwijnt ze met haar dochter door de deur naar buiten. Ik zet de schone vaat in de keukenkast, ruim het laatste speelgoed op en til de stoelen omhoog terwijl ik nadenk over haar woorden.
‘Als het juiste moment er is..’
Wat hebben we lang gewerkt naar het juiste moment. Vroeger, toen we nog dachten dat het leven maakbaar was en geluk was af te dwingen. We hadden een compleet plaatje in ons hoofd en wilde dat helemaal. We fantaseerden over de juiste leeftijd om een gezin te stichten, kochten een huis op de groei en ik paste mijn ambities aan op een baby uiteindelijk niet kwam.

Zij schrijft dat zij compleet is. De mama-blogger met drie dochters durft met zekerheid te zeggen dat ze niet voor een vierde kindje gaan, omdat hun gezin af is. Toch blijft het kriebelen. Ze bespreekt het met andere mama’s die zich ook ‘af’ voelen. Ze zijn blij dat hun kinderwens achter de rug is, dankbaar voor het complete gevoel, maar kijken met heimwee terug op de mooie mijlpalen van hun zwangerschappen en kraamtijd.  
En wij? Wanneer zijn wij dan af? Wanneer ben ik eindelijk compleet?
Mijn hart is blijven breken tot ik het openbrak. Alle plaatjes van compleetheid zijn langzaamaan vervangen door een diepe dankbaarheid voor wat er nu is.
De hoop, de vrees, het verdriet en de verheuging, ze zijn er allemaal.
Nog steeds.
Ik zie ze niet langer als solo artiest, maar als de complete band van verlangen die ze vormen om mijn wens. Soms klinken er liedjes van gemis, andere dagen liedjes van verlangen. Soms dans ik op het ritme van mijn vrijheid en soms overvalt een ballade van bedroefdheid me wanneer ik plots word geconfronteerd met mijn onvervulde wens. Het maakt niet meer uit. Muziek is muziek en ik dans, welke melodie er ook klinkt.

Zes smaken verdriet en leren zitten in de storm

‘Ikke uit! Ikke uit!’
Ze strekt haar korte armpjes uit, reikt naar het hekje dat zich een paar meter van ons vandaan bevindt. Tranen rollen over haar bolle wangetjes en ik fluister in haar haren.
‘Ik weet dat je verdrietig bent meisje, het is ook niet leuk om papa en mama gedag te zeggen he. Maar ze komen je vanavond weer halen. Beloofd.’
‘Ikke uihuiiittt… ikke uihuiiittt!’
Met haar mond vlakbij mijn oor begint ze nu nóg harder te huilen.
Volgens mij is het alarmfase rood nu.
Haar ogen staan verwilderd, rode strepen en vlekken kleuren haar gezicht.  Snot en tranen zijn overal en het haar gedraai in mijn armen neem toe. Haar beentjes spartelen en ik verstevig mijn grip zodat ze niet uit mijn armen kan vallen.
Mijn hartslag en haar gehuil doen een wedstrijdje om het hardst. Haar bibberlip haalt het niet bij mijn trillende vingers en de kriebels in mijn buik worden zenuwen.
Waarom houdt ze niet op met huilen? Wat moet ik doen?
Moet ik haar sussen, haar stevig vast blijven houden en wiegen? Moet ik haar afleiden, of juist negeren? Zal ik haar in bed stoppen zodat ze kan uitrusten van alle emotie? Of is ze nog niet klaar met huilen en zorgt isolatie alleen maar voor nieuw verdriet?
Als ik moeder was geweest, had ik misschien op mijn moederinstinct kunnen varen, maar nu voel ik me verloren op een zee van haar verdriet.
Moeders weten dit soort dingen, moeders kúnnen dit.
Ik ben geen moeder, ik ben pas begonnen met werken en ik weet het niet wat ik moet doen.
Mijn schreeuwende onzekerheid klinkt indringender dan haar aanhoudende gehuil.

Ik was vier en huilde hartverscheurend als mijn moeder me naar school bracht. Kusje, knuffel, zwaaien bij het raam, het was een ritueel dat lange tijd gepaard bleef gaan met tranen.
De juf was lief, tilde me op en troostte me, maar er was altijd een moment dat ze me weer neer moest zetten. De juf was mijn moeder niet.
Ik was zes toen ik leerde dat goed voorbeeld doet volgen. Mijn zusje werd geboren en ik werd rolmodel. ‘Niet huilen Aat, geef *ade het goede voorbeeld.’
Ik leerde hoe ik mijn bibberlip in de juiste positie moest plooien en mijn tranen kon wegslikken. Ik ben een voorbeeld.
Ik was achttien toen ik leerde dat kinderen zichzelf moeten leren troosten en voelde me betrapt omdat ik nog steeds niet wist hoe ik dat moest doen.
Ik kon mezelf sussen door te eten, mezelf af te leiden door te kijken naar alles waar ik in tekortschoot en mezelf negeren door me op mijn school of werk te storten.
Ik had niet geleerd om mezelf vast te houden en te wiegen en voelde niet hoe moe ik was van het dragen van al mijn opgepotte tranen.

Nu ben ik tweeëndertig en is er iedere maand verdriet.
Soms is het bozig verdriet.
Dan schreeuw en vloek ik, gooi ik met de deuren en veracht ik de oneerlijkheid van het leven.
Soms is het zwaar verdriet.
Dan word ik in het diepe gegooid en ga ik kopje onder in mijn tranen.
(Iedere keer ben ik verbaasd als ik weer boven kom drijven.)
Soms is het gulzig verdriet.
Dan vreet de pijn van nu me op en verslinden de zorgen voor later me meedogenloos.   
Soms is er stil verdriet.
Dan schieten alle woorden tekort en alleen blijft de herinnering aan iets dat zo mooi had kunnen zijn.
Soms is het eenzaam verdriet.
En soms is het zacht verdriet.
Dan drijft er een wolkje met tranen en gemis voorbij en voel ik hoe mijn hart na al het huilen weer zacht en warm wordt.

Het kleine meisje in mijn armen snikt nog steeds.
Ik weet niet met welk verdriet zij worstelt vandaag, maar we gaan er maar bij zitten. Met onze gezichten naar elkaar toe wachten we. We houden onszelf en elkaar vast, we wiegen. Ik neurie zachtjes.
Mijn onzekere gedachten verliezen steeds meer hitte en doven zachtjes uit.
Er komen weer wat pauzes tussen haar snikjes door.
Dan laat ze zich tegen me aan vallen, vlijt haar wang tegen mijn schouder en kijkt me aan.
Haar ogen glinsteren en langzaam breekt er een klein lachje door op haar gezicht. Ik lach terug.
De storm is weer voorbij.

*ade: jonger broertje of zusje

Wat ik écht van mijn artikel in de Telegraaf vind

“Aca Siwabessy wil niets liever dan moeder worden,
maar ze heeft de hoop op een baby opgegeven.”

Wow.
Afgelopen zaterdag, stond het écht onder mijn foto in de Telegraaf.
In die ene zin klopt alleen de spelling van mijn naam
(wat op zich best een prestatie is).
“In de krant van vandaag, wordt morgen de vis verpakt” – Las ik ooit in een interview.
Dus afgelopen zaterdag probeerde ik los te laten, tevreden te zijn met het artikel dat ‘in grote lijnen klopte’. Schreef ik dapper een poëtisch blogje over zielig, falend, hopeloos en kinderloos zijn. Maakte ik van een nood een deugd en maakte ik van het Telegraafartikel mijn minimonsterjacht.
Ik was trots op mijn transformatiekracht, maar stiekem bleef het knagen.

Want ik heb wél hoop.
Iedere Moederdag,
Iedere verjaardag,
Ieder kerstfeest,
Iedere jaarwisseling,
En iedere maand,
Want een nieuwe ronde, betekent een nieuwe kans.

Ook al heb inmiddels 82 ‘mislukte’ rondes achter me,
en word ik elk jaar een jaartje ouder.
Ook al heb ik een emmer vol hormoonspuiten ingeleverd,
en hebben we besloten dat een medisch traject niet bij ons past.
Ook al genieten we enorm met z’n tweeën,
en zijn we dankbaar voor iedere ervaring, iedere les en iedere herinnering
Ook al geeft deze fase ons meer dan dat het ons kost.
Ik heb wél hoop.

Ik deelde mijn verhaal omdat ik het belangrijk vind dat vrouwen net als ik een podium krijgen.
Vrouwen die voluit leven met een onvervulde kinderwens.
Vrouwen die blijven hopen, ondanks iedere teleurstelling.
Vrouwen die blijven opstaan, hoe vaak ze ook vallen.
Vrouwen die leven met hoop én vrees.
Genietend van het nu, met een beetje angst voor later.

Moeder worden is niet ‘het liefste wat ik wil’.
Het liefste wat ik wil is het leven accepteren zoals het is en er alles uithalen wat erin zit.
Het licht en het donker.
De wrijving en de glans.
De lessen en de ervaringen.
Het liefste wil ik het allemaal.

Sommige kranten willen korte kreten.
‘Hard en confronterend, want in het verhaal zit de nuance.’
Mijn verhaal is hard en confronterend op zichzelf en heeft geen nuance:

Ik ben Aca Siwabessy. Ik wil graag moeder worden, ondanks alles geef ik de hoop niet op.

Een nieuw leven

Ik wilde een nieuwe leven.
Twee harten in plaats van één, trappelende voetjes in mijn buik.
Ik wilde een nieuwe fase van korte nachten en grote dromen. Met nieuwe ogen naar de wereld kijken, alles opnieuw beleven voor de eerste keer.
Mijn kinderwens was lange tijd de motor van mijn bestaan.
Als klein meisje twijfelde ik aan alles, maar één ding wist ik zeker; later als ik groot ben, word ik moeder. Ik ging braaf naar school en haalde mijn diploma’s. Ik keek de kunst van het moederen af van mijn moeder en tantes en oefende op mijn zusje. Ik werd mantelzorger en leerde al vroeg dat liefhebben loslaten is. Ik leerde dat je geen mensen kunt helen als je eigen hart gebroken is en stortte mezelf volledig op het helen van mij. Ik las honderden zelfhulpboeken, ging in therapie en volgde allerlei trainingen en workshops. Ik groeide groter en hongerde naar meer.
Ik wilde zelfstandig en heel zijn, gediplomeerd en belezen. Ik wilde een stabiele, geweldige relatie met de liefde van mijn leven. Ik wilde een vast contract met een stabiel inkomen, een goede basis voor mijn baby.
Voor minder zou ik het niet doen.

En toen was het moment daar. Later voelde als nu en ik voelde me groot.
Ik had een stabiele, liefdevolle relatie met een geweldige man en we maakten plannen om te verhuizen naar echt ‘grotemensenhuis’.
We streken neer in een rustige groene buitenwijk, met voor een schooltje en achter een speeltuin. Tijdens het klussen hoorden we de kinderen spelen en als ik wachtte op het koken van mijn theewater, keek ik dromerig uit het keukenraam.
Nog even en dan zouden onze kindjes spelen op het veld dat meer mos was dan gras. De kamers naast onze slaapkamers stonden leeg, maar ademden blije toekomstdromen over kibbelende kinderen, ochtendspits en bergen vol wasgoed. Nog een paar jaar en dan zou ik de weg oversteken om onze kinderen naar school te brengen voordat ik naar mijn werk zou gaan.
Mijn werk. Een aantal jaren eerder struikelde ik over mijn monsters het donker tegemoet en besloot ik van carrière te veranderen. Ik bluste mijn idealen en koos voor stabiliteit, voorspelbaarheid, veiligheid en vastigheid. De vurige ambities van vroeger, maakten plaats voor rationele, verstandige keuzes voor later. Dit was de plek waar ik mijn basis kon vormen voor ons gezin. Dus ik bleef.

We droomden, we hoopten en probeerden. Tevergeefs.
Ik maakte kennis met de Endobitch  en moest leren leven met haar bestaan. We riepen hulptroepen in en het maken van een baby werd ineens een groepsproject.
We piekerden, werden teleurgesteld en wilden opgeven. We gingen door.
Alles komt goed, als je maar wil. Gewoon doorgaan en je best blijven doen.
Later als ik groot ben, word ik moeder. Nu het niet wilde lukken, voelde ik me kleiner dan ooit. Ik voelde me geknakt in mijn creatiekracht.
Waarom kan ik geen nieuw leven creëren?
Wat is er mis met mij?
Wat heb ik verkeerd gedaan?
Is dit een straf?
Mijn overtuiging van de maakbaarheid van het bestaan was het anker dat me op mijn plek hield en ervoor zorgde dat ik vol kon blijven houden. Het was een dierbare illusie waar ik maar geen afscheid van wilde nemen.
Toch heb ik het gedaan.

Ik liet los en kreeg een nieuw leven.
Met één wild kloppend hart en trappelende vlinders in mijn buik. Met kleine stapjes en grote dromen. Een nieuwe fase waarin radicale zelfliefde de motor is van mijn bestaan. Door te kijken vanuit liefde zijn mijn ogen weer als nieuw en zie ik alles opnieuw voor de eerste keer. Vol verwondering en verbazing. Iedere dag werk ik eraan om van mezelf te houden zoals ik ben – flaws and all- en leer mezelf toe te juichen tijdens iedere stap in mijn proces. Ik wil de vriendin voor mezelf zijn die ik verdien, omdat ik geloof dat vrede in jezelf leidt naar vrede om je heen. Ik stretch mijn comfortzone en onthoud dat de engste situaties de spannendste verhalen opleveren.
Ik heb afgerekend met schuld en schaamte en deel mijn verhalen, omdat ik geloof dat verhalen ons met onszelf en elkaar verbinden en kunnen helpen in heling en groei.
Mijn vrouw-zijn hoeft geen functie te hebben om waardig te zijn, ik bepaal de kaders van mijn bestaan en ik heb besloten dat ze net zo vloeiend mogen zijn als de stroom waarop ik me laat meevoeren in dit leven.

Ik kwam terug bij AcaMina en mijn creatiekracht is sterker dan ooit.
Simpelsap is waar ik mijn verhalen met je deel en AcaMina is de plek waar ik jou help met de jouwe. Als Lifestory Coach help ik je graag bij het vastleggen, verbouwen of vieren van je verhaal.
Als je je eigen beste vriend(in) kunt zijn en vanuit radicale zelfliefde jezelf kunt toejuichen, wordt de wereld vanzelf een vredigere plek.
Voor minder ga ik het niet doen.

Leven met een wens die ik dolgraag in vervulling zou zien gaan is soms een hele grote uitdaging.
Het is verdrietig, frustrerend en moeilijk. Soms voel ik me eenzaam en onbegrepen, worstel ik met gevoelens van jaloezie en bitterheid. Ondanks dat heb ik meer gekregen van mijn onvervulde kinderwens dan dat het me heeft gekost. Het heeft me bevrijd van de illusie van maakbaarheid en teruggebracht naar mijn eigen creatiekracht. Het heeft me gedwongen om mijn leven opnieuw vorm te geven en heeft me helpen beseffen dat ik alleen kan bijdragen aan de wereld als ik geloof in wie ik ben en wat ik kan.
Het heeft de relatie met mezelf en met Mr. Simpelsap verdiept en ervoor gezorgd dat we dichterbij elkaar zijn dan ooit.
Ongewenst kinderloos zijn is de meest verrijkende, bevrijdende ervaring in mijn leven, waar ik nog dagelijks de vruchten van pluk.
En daar maakt AcaMina graag Simpelsap van ?

PS. Nog 3 nachtjes slapen en dan komt mijn allereerste E-Book uit.
Schrijf je in voor mijn nieuwsbrief en je krijgt jouw gratis exemplaar in je mailbox!

Dromers die doen: Linda’s kinderwens

Ooit werkten we voor hetzelfde bedrijf. Het klikte meteen en we kletsten wat af. Toch verloren we elkaar uit het oog.  We veranderden van baan en het contact verwaterde.
Vorig jaar vonden we elkaar terug. Linda las een van mijn artikelen in Freya magazine en nam contact met me op. We blijken lotgenoten te zijn; allebei hebben we een kinderwens én endometriose.
Twee vrouwen met dezelfde droom, maar een heel ander pad.
Vandaag vertelt Linda haar verhaal.

Linda, moederke!
‘Mensen van onze leeftijd jagen vaak grote dromen na. Mijn grote droom is het moederschap. Vanaf jongs af aan ben ik dol op kinderen. ‘Linda, moederke! Jij wordt later écht een leuke moeder!’ hoorde ik vaak als ik met mijn neefjes en nichtjes in de weer was.
Ik wist dat ik het wilde, maar was er nog lang niet aan toe. Eerst studeren, een stabiele baan, een fijne relatie.. Ik wilde wachten tot ik meer zekerheid had, tot ik er klaar voor was. Maar wanneer ben je echt klaar?
‘Zekerheid heb je nooit’, zei mijn buurvrouw toen ik haar vertelde over mijn wens. Daarnaast begon mijn schoonmoeder te dementeren. Hoe mooi zou het zijn als ze haar zoon nog zou kunnen meemaken als vader?
Ik stopte met de pil en vond het heel spannend. Toch had ik vanaf het begin al het gevoel dat het niet vanzelf zou gaan. Mijn lichaam begon anders aan te voelen, ik kreeg meer pijn tijdens mijn menstruatie. Na een jaar ben ik naar de huisarts gegaan en begonnen de onderzoeken. Daar leek in eerste instantie niet veel uit te komen, de resultaten leken goed. Ik had niet veel aandacht voor de pijn. Ongesteld zijn doet nu eenmaal pijn en ik wilde geen aanstelster zijn.De arts stuurde ons naar huis om het een half jaar aan te kijken. Ik wist al dat het niets zou opleveren.

De medische molen
Toen ik na zes maanden weer terug was, vonden ze een cyste van zeven centimeter op mijn eierstok. Het ziekenhuis wilde afwachten, maar toen ik na een pijnaanval op de eerste hulp terechtkwam, werd er een kijkoperatie ingepland. Ik kreeg de diagnose endometriose.
Inmiddels ben ik al drie keer geopereerd aan cystes en verklevingen. Ze hebben ontdekt dat mijn baarmoeder verkleefd zit aan mijn darmwand. Ik blijk niet alleen endometriose, maar ook adenomyose te hebben. Dat is een vorm van endometriose die zich in de wand van het baarmoeder tussen het spierweefsel bevindt. De adenomyose heeft ervoor gezorgd dat de tweede IUI poging die lukte, uitliep op een miskraam.
In totaal heb ik vier IUI behandelingen gehad. Nu ben ik bezig met IVF.
De endometriose en adenomyose reageren heel heftig op de hormonen. Daardoor ben ik drie keer met Lucrin behandeld.  Dat is een medicijn dat ervoor zorgt dat mijn lichaam tijdelijk in de overgang komt. Zo kan mijn baarmoeder tot rust komen voor de volgende stap.
Door de endometriose en adenomyose heb ik veel klachten en pijn.
Mijn hondje Molly houdt me in beweging. Voor haar kan ik zorgen en zo kan ik toch een beetje mijn moedergevoel kwijt.  Ook geniet ik heel erg van de dochter van mijn zus. Het is heerlijk om haar tante te zijn.
Ik richt me op de dingen die me energie geven. Dingen waar ik een hekel aan heb, doe ik gewoon niet meer. Daarom heb ik een poetsvrouw!

Open en eerlijk
Deze periode in mijn leven heeft mijn vriendschappen verdiept. Vroeger verstopte ik me vaak achter een masker, maar dat hou ik niet meer vol. Ik ben nu  heel open over mijn situatie. Iedereen mag het weten en daardoor heb ik de ruimte om me rot te voelen. Mijn omgeving reageert vaak gepast en begripvol, maar de steun en interesse nemen wel af naarmate de tijd verstrijkt. De nieuwigheid is er vanaf en het leven gaat door. Logisch, maar voor mij is het nog steeds spannend en belangrijk.  Dat is moeilijk.
Soms ben ik bang dat ik zal eindigen als een oud, eenzaam vrouwtje. In het begin van het traject wás ik dat vrouwtje al. Bij iedere stap keek ik veel te ver vooruit en dat beangstigde me. Nu denk ik; vandaag is vandaag. Ik kan meer in het hier en nu blijven en de medische molen is daardoor makkelijker vol te houden. Hopelijk is dit de allerzwaarste periode uit mijn leven, want dat betekent dat de rest van mijn leven lichter wordt!

Doorgaan
Moeder worden is mijn droom, maar ik heb het gevoel dat dit nooit zal gaan lukken. Mijn man denkt hier hetzelfde over. Ik wil er alles aan gedaan hebben om moeder te worden; stoppen is nu dus geen optie. Ongewenst kinderloos blijven is als een rouwproces waar ik nog niet aan mag beginnen.
Zolang ik doorga, is er hoop.  Als ik definitief kinderloos blijf, zal ik mijn verwachtingen van het leven bij moeten stellen. Ik ben dertig jaar lang geen moeder geweest en toen was mijn leven ook wel oké. Als ik ooit kan accepteren dat er geen kinderen komen, kan het leven vast weer leuk worden.
Maar de leegte blijft.
Er zijn zoveel mooie verhalen over zingeving en positiviteit bij ongewenste kinderloosheid.  Ik denk dat er een hoop ongewenste kinderloze mensen zijn die zich hier niet in herkennen.
Daarom wil ik mijn verhaal ook niet mooier maken dan het is. Dit is mijn verhaal, mijn droom. Ook al voelt het alsof hij nooit zal uitkomen, toch ga ik door. ‘

 ‘Poeh, dit wordt vast een héél zwaar stuk!’ Linda lacht.
Het is niet de eerste keer dat ze haar verhaal met mij deelt, maar het raakt me iedere keer. Onder het mom: ‘Je kunt maar beter lachen, huilen doe je toch wel’ grappen we heel wat af, maar het gewicht van deze onvervulde droom dragen we allebei met ons mee. 
Een droom is niet altijd rozengeur en maneschijn. Toch blijft Linda de zon achter de wolken zien, windt ze geen doekjes om haar verdriet en straalt ze als ze de lichtpuntjes in haar leven benoemt. Daarin is zij voor mij een lichtend voorbeeld.