De paradijsvogel gevlogen

De zon strekt zich uit
ik probeer me te warmen aan de laatste stralen
Zij heeft me leren houden van dit seizoen
Van het oogsten in de eindigheid
Van het bewonderen van vergane schoonheid
Van het omarmen van het loslaten in al haar kleuren
Van haar leerde ik de storm te accepteren
En mezelf niet naar buiten te sturen als het van binnen stormt

Het is al gebeurd
De donkerte snoept stukjes van de dag af.
Steeds later licht, steeds eerder donker
De kou verweeft zich subtiel met de warmte
Sommige bomen zijn hun blad al verloren
De straten ritselen van verlies
De lucht is strak en droog
Maar de tranen al hangen in de lucht

Ik draaf rond
Als een kip zonder kop die haar ei niet kan leggen
Rondjes om de hete brei
Of om de koude realiteit
De storm steekt op van binnen
Ik ren naar buiten met paraplu en zuidwester
Om de regen te ontwijken die van binnen valt

Ik struisvogel
Steek mijn kop in het zand
Verstrooid, verstopt en vol in ontkenning
Ik wil niet weten
Ik wil niet voelen
Ik wil haar niet loslaten
Voor mij blijft het altijd zomer

De zomer van klepperende slippers
Van lachsalvo’s in een veel te warm lokaal
Van yoga op hyperspeed op een nineties party met beenwarmers en zweetbandjes
Van serieus voor jezelf zorgen maar jezelf niet zo serieus nemen
Van rode lippenstift en luipaardprint overal

Zij gaf mij herfst
Ik beschreef haar winter
Hoe bitter het leven smaakte, hoe zuur de tegenslagen
Hoe behendig ze de tegenslagen omboog in lessen, anekdotes, of taboedoorbrekende monologen.
Hoe haar leslokaal zich uitbreidde over het hele land

Het leven nam haar keer op keer te grazen, maar zij liet zich niet aan de kant schuiven.
Zij streed niet, ze speelde.
Stiftte haar lippen rood, showde haar outfit van de dag, trok haar panterprintje recht en ging door
Op haar fiets op boodschappensafari, langs haar vriendinnen van de apotheek voor een potje drugsmuur bingo
Om zich vervolgens terug te trekken in haar kussenfort om bij te komen en de wereld te laten weten dat ze kanker nog steeds genadeloos fuckt.

Ze heeft niet verloren, maar is wel voorbij
En als ik mijn kop in het zand houd,
zie ik de slingers niet
Als ik de regen blijf ontwijken,
Zie ik de regenboog niet

De paradijsvogel gevlogen
De storm steekt op
– er is geen ontkomen aan
Het is tijd om te spelen




Over jonge koeien en oude emmers


Het is de druppel die de emmer doet overlopen
Mijn emmer liep nooit over, want iedere keer stootte iemand em om
Per ongeluk, of expres
Uit jaloezie of onbeholpenheid
Alleen of samen met anderen
Iedere keer ging die emmer om
Iedere keer zette ik em weer overeind
Maakte ik de bodem vrij van het zand uit de ogen,
Van de stenen uit de maag
Van de borden voor de koppen
Ieder keer legde ik de lat weer wat lager

Verliet ik mijn referentiekaders, zoekend naar houvast bij anderen
Rekte ik mijn grenzen
Bemestte ik mijn begrip
Zodat ik uit iedere berg stront de hoop kon laten ontspruiten

Als ik maar harder..
Als ik maar meer..
Als ik maar beter..
Als ik maar geduldiger..

Anderen strooien als zachte heelmeesters zand in ogen
Duwen jonge koeien kopje onder in de sloot,
Gooien met modder terwijl ze hun ware aard blijven bedekken
Schreeuwen om het hardst in de hoop écht gehoord te worden

Mijn lat is hun lamp
Waar ze steeds weer tegenaan lopen
Geen wonder dat het licht niet in de ogen wordt gegund

Mijn oude emmer
Verroest, gebutst en verbogen
Is overgelopen
Want ik maakte het leven
Mijn vrede als een rivier
Mijn liefde als een oceaan
Mijn blijdschap als een fontein
Passen niet meer in een emmer

Dus hou je emmers, je koeien en wonden
Laat ze overlopen, trek ze uit de sloot, laat ze etteren of helen
Laat jezelf zien, laat jezelf horen
Of pak de borden uit de kast, plaats ze weer voor je kop
Negeer de steen in je maag en wrijf nog wat meer zand in ogen

Mijn emmers
Gaan met pensioen
Mijn stroom is niet meer te stoppen

Ik ben haar thuis

Ik ben haar thuis
Eerst van binnen, nu van buiten
Droomt ze op het ritme van mijn hart
Met haar ogen dicht loopt ze met haar vingers langs de lijnen van mijn lijf
Zoekend naar ruimte
Zoekend naar houvast
Zachtjes smakt ze tussen mijn borsten
Waar het smaakt naar tranen
Waar ruikt naar groei
Zij weet niet waar ze eindigt
Of waar ik begin

Ik ben haar thuis
Met haar ogen half gesloten
Drinkt ze van mij
Slokt ze gulzig het leven op
Met een vuist in de lucht
Mompelt ze dromerig voor zich uit

Ooit
Zal het leven naar meer smaken
Zal ze zich met hand en tand verzetten
Tegen mijn huid, mijn haar en handen
Zal ze zich afzetten
Precies weten waar zij wil eindigen
Niet beseffend dat ook ik ooit zo ben begonnen

Ooit
Zal ze het avontuur ruiken
En op eigen benen willen staan
Ze zal verhuizen

Maar dat is ooit
Nu ben ik haar thuis
Nu draag ik haar op handen
Eerst van binnen, nu van buiten
Straks op afstand,
Maar voor altijd dichtbij mijn hart


Wat ik écht van mijn artikel in de Telegraaf vind

“Aca Siwabessy wil niets liever dan moeder worden,
maar ze heeft de hoop op een baby opgegeven.”

Wow.
Afgelopen zaterdag, stond het écht onder mijn foto in de Telegraaf.
In die ene zin klopt alleen de spelling van mijn naam
(wat op zich best een prestatie is).
“In de krant van vandaag, wordt morgen de vis verpakt” – Las ik ooit in een interview.
Dus afgelopen zaterdag probeerde ik los te laten, tevreden te zijn met het artikel dat ‘in grote lijnen klopte’. Schreef ik dapper een poëtisch blogje over zielig, falend, hopeloos en kinderloos zijn. Maakte ik van een nood een deugd en maakte ik van het Telegraafartikel mijn minimonsterjacht.
Ik was trots op mijn transformatiekracht, maar stiekem bleef het knagen.

Want ik heb wél hoop.
Iedere Moederdag,
Iedere verjaardag,
Ieder kerstfeest,
Iedere jaarwisseling,
En iedere maand,
Want een nieuwe ronde, betekent een nieuwe kans.

Ook al heb inmiddels 82 ‘mislukte’ rondes achter me,
en word ik elk jaar een jaartje ouder.
Ook al heb ik een emmer vol hormoonspuiten ingeleverd,
en hebben we besloten dat een medisch traject niet bij ons past.
Ook al genieten we enorm met z’n tweeën,
en zijn we dankbaar voor iedere ervaring, iedere les en iedere herinnering
Ook al geeft deze fase ons meer dan dat het ons kost.
Ik heb wél hoop.

Ik deelde mijn verhaal omdat ik het belangrijk vind dat vrouwen net als ik een podium krijgen.
Vrouwen die voluit leven met een onvervulde kinderwens.
Vrouwen die blijven hopen, ondanks iedere teleurstelling.
Vrouwen die blijven opstaan, hoe vaak ze ook vallen.
Vrouwen die leven met hoop én vrees.
Genietend van het nu, met een beetje angst voor later.

Moeder worden is niet ‘het liefste wat ik wil’.
Het liefste wat ik wil is het leven accepteren zoals het is en er alles uithalen wat erin zit.
Het licht en het donker.
De wrijving en de glans.
De lessen en de ervaringen.
Het liefste wil ik het allemaal.

Sommige kranten willen korte kreten.
‘Hard en confronterend, want in het verhaal zit de nuance.’
Mijn verhaal is hard en confronterend op zichzelf en heeft geen nuance:

Ik ben Aca Siwabessy. Ik wil graag moeder worden, ondanks alles geef ik de hoop niet op.

Een nieuw leven

Ik wilde een nieuwe leven.
Twee harten in plaats van één, trappelende voetjes in mijn buik.
Ik wilde een nieuwe fase van korte nachten en grote dromen. Met nieuwe ogen naar de wereld kijken, alles opnieuw beleven voor de eerste keer.
Mijn kinderwens was lange tijd de motor van mijn bestaan.
Als klein meisje twijfelde ik aan alles, maar één ding wist ik zeker; later als ik groot ben, word ik moeder. Ik ging braaf naar school en haalde mijn diploma’s. Ik keek de kunst van het moederen af van mijn moeder en tantes en oefende op mijn zusje. Ik werd mantelzorger en leerde al vroeg dat liefhebben loslaten is. Ik leerde dat je geen mensen kunt helen als je eigen hart gebroken is en stortte mezelf volledig op het helen van mij. Ik las honderden zelfhulpboeken, ging in therapie en volgde allerlei trainingen en workshops. Ik groeide groter en hongerde naar meer.
Ik wilde zelfstandig en heel zijn, gediplomeerd en belezen. Ik wilde een stabiele, geweldige relatie met de liefde van mijn leven. Ik wilde een vast contract met een stabiel inkomen, een goede basis voor mijn baby.
Voor minder zou ik het niet doen.

En toen was het moment daar. Later voelde als nu en ik voelde me groot.
Ik had een stabiele, liefdevolle relatie met een geweldige man en we maakten plannen om te verhuizen naar echt ‘grotemensenhuis’.
We streken neer in een rustige groene buitenwijk, met voor een schooltje en achter een speeltuin. Tijdens het klussen hoorden we de kinderen spelen en als ik wachtte op het koken van mijn theewater, keek ik dromerig uit het keukenraam.
Nog even en dan zouden onze kindjes spelen op het veld dat meer mos was dan gras. De kamers naast onze slaapkamers stonden leeg, maar ademden blije toekomstdromen over kibbelende kinderen, ochtendspits en bergen vol wasgoed. Nog een paar jaar en dan zou ik de weg oversteken om onze kinderen naar school te brengen voordat ik naar mijn werk zou gaan.
Mijn werk. Een aantal jaren eerder struikelde ik over mijn monsters het donker tegemoet en besloot ik van carrière te veranderen. Ik bluste mijn idealen en koos voor stabiliteit, voorspelbaarheid, veiligheid en vastigheid. De vurige ambities van vroeger, maakten plaats voor rationele, verstandige keuzes voor later. Dit was de plek waar ik mijn basis kon vormen voor ons gezin. Dus ik bleef.

We droomden, we hoopten en probeerden. Tevergeefs.
Ik maakte kennis met de Endobitch  en moest leren leven met haar bestaan. We riepen hulptroepen in en het maken van een baby werd ineens een groepsproject.
We piekerden, werden teleurgesteld en wilden opgeven. We gingen door.
Alles komt goed, als je maar wil. Gewoon doorgaan en je best blijven doen.
Later als ik groot ben, word ik moeder. Nu het niet wilde lukken, voelde ik me kleiner dan ooit. Ik voelde me geknakt in mijn creatiekracht.
Waarom kan ik geen nieuw leven creëren?
Wat is er mis met mij?
Wat heb ik verkeerd gedaan?
Is dit een straf?
Mijn overtuiging van de maakbaarheid van het bestaan was het anker dat me op mijn plek hield en ervoor zorgde dat ik vol kon blijven houden. Het was een dierbare illusie waar ik maar geen afscheid van wilde nemen.
Toch heb ik het gedaan.

Ik liet los en kreeg een nieuw leven.
Met één wild kloppend hart en trappelende vlinders in mijn buik. Met kleine stapjes en grote dromen. Een nieuwe fase waarin radicale zelfliefde de motor is van mijn bestaan. Door te kijken vanuit liefde zijn mijn ogen weer als nieuw en zie ik alles opnieuw voor de eerste keer. Vol verwondering en verbazing. Iedere dag werk ik eraan om van mezelf te houden zoals ik ben – flaws and all- en leer mezelf toe te juichen tijdens iedere stap in mijn proces. Ik wil de vriendin voor mezelf zijn die ik verdien, omdat ik geloof dat vrede in jezelf leidt naar vrede om je heen. Ik stretch mijn comfortzone en onthoud dat de engste situaties de spannendste verhalen opleveren.
Ik heb afgerekend met schuld en schaamte en deel mijn verhalen, omdat ik geloof dat verhalen ons met onszelf en elkaar verbinden en kunnen helpen in heling en groei.
Mijn vrouw-zijn hoeft geen functie te hebben om waardig te zijn, ik bepaal de kaders van mijn bestaan en ik heb besloten dat ze net zo vloeiend mogen zijn als de stroom waarop ik me laat meevoeren in dit leven.

Ik kwam terug bij AcaMina en mijn creatiekracht is sterker dan ooit.
Simpelsap is waar ik mijn verhalen met je deel en AcaMina is de plek waar ik jou help met de jouwe. Als Lifestory Coach help ik je graag bij het vastleggen, verbouwen of vieren van je verhaal.
Als je je eigen beste vriend(in) kunt zijn en vanuit radicale zelfliefde jezelf kunt toejuichen, wordt de wereld vanzelf een vredigere plek.
Voor minder ga ik het niet doen.

Leven met een wens die ik dolgraag in vervulling zou zien gaan is soms een hele grote uitdaging.
Het is verdrietig, frustrerend en moeilijk. Soms voel ik me eenzaam en onbegrepen, worstel ik met gevoelens van jaloezie en bitterheid. Ondanks dat heb ik meer gekregen van mijn onvervulde kinderwens dan dat het me heeft gekost. Het heeft me bevrijd van de illusie van maakbaarheid en teruggebracht naar mijn eigen creatiekracht. Het heeft me gedwongen om mijn leven opnieuw vorm te geven en heeft me helpen beseffen dat ik alleen kan bijdragen aan de wereld als ik geloof in wie ik ben en wat ik kan.
Het heeft de relatie met mezelf en met Mr. Simpelsap verdiept en ervoor gezorgd dat we dichterbij elkaar zijn dan ooit.
Ongewenst kinderloos zijn is de meest verrijkende, bevrijdende ervaring in mijn leven, waar ik nog dagelijks de vruchten van pluk.
En daar maakt AcaMina graag Simpelsap van ?

PS. Nog 3 nachtjes slapen en dan komt mijn allereerste E-Book uit.
Schrijf je in voor mijn nieuwsbrief en je krijgt jouw gratis exemplaar in je mailbox!

Afscheid van mijn overmacht

Het zou gaan stormen.
De weeromslag blies mijn agenda leeg, afspraken vervielen en een volledig lege dag strekte zich voor me uit.  Ik was al een aantal weken koortsachtig aan de gang met Simpelsap. Vulde mijn dagen met plannen, bestuderen, controleren, interviewen en schrijven.
Werkte met totale overgave, gecombineerd met een vleugje angst.
Mijn agenda stroomde vol met afspraken en ik greep ze gulzig aan.
Nu ik eindelijk de ruimte had, dacht ik niet aan stoppen of pauzeren.
En nu had ik een hele lange dag voor me, die ik kon besteden hoe ik maar wilde.Onrust en opluchting bekvechtten in mijn hoofd en uiteindelijk besloot ik me over te geven. Het was overmacht, niets aan te doen.
Overmacht.
De zoete kracht die me op mijn knieën dwingt.
Die forceert tot overgave en rust.
Overmacht. Mijn redder in nood.

Nee heb je en ja kan je krijgen. Behalve bij mij.
Ik geef mijn ja’s weg alsof ze gratis zijn, want voor mijn nee’s betaal ik de hoofdprijs van schuld en schaamte. Mijn talloze ja’s klateren uit mijn mond als eindeloze druppels van een waterval.
Het voelt alsof ik geboren ben om ja te zeggen. Alsof het recht op nee niet aan mij is ontleend.
De overtuiging dat ik pas vooruit zal komen of beloond zal worden als ik iets doe tegen mijn zin in, zit diep opgeslagen in mijn wortels.
‘Ja..’ (Gewoon even doorbijten!)
‘Ja..’ (Stel je toch niet zo aan!)
‘Ja..’(Doe nou maar, dan ben je er tenminste vanaf!)
Ja is mijn weg van de minste weerstand.
Dus ik knik, bevestig en stem in. Net zolang tot overmacht me komt redden.

Want ik zeg pas ‘nee’ als het water me tot aan de lippen staat.
Als ik me lenig in allerlei bochten heb gewrongen maar niet meer weet hoe ik me uit dit parket kan manoeuvreren. Pas als mijn keel dicht zit en mijn maag veranderd is in steen. Pas als de rillingen over mijn rug mijn handen bereiken en ze bevochtigen met zenuwachtig koud zweet.
Pas dan, als het écht niet anders kan, als het een kwestie lijkt van leven of dood, dan zeg ik het:
‘Uhm, sorry… maar ik hoop dat je dit niet erg vindt.. ik vind dit ook heel vervelend maar ik kan niet anders, het spijt me echt… maarre….Nee.’

Dan worstel ik en kom boven, overleef en hap naar adem.
Even is er ruimte maar dan, als overmacht haar handen van me aftrekt is daar die rekening van schuld en schaamte.
Nee betekent opgeven,  zwak zijn en niet goed genoeg.
Nee is onaardig, egoïstisch en koud.
Nee wil ik niet, dus ja kun je krijgen.

‘Jij bent onweerstaanbaar! Als jij je opent, komen mensen als vanzelf naar je toe.’  Zei een meisje laatst tegen me. Ik bloosde.
Als ik open, gaat het vanzelf.
Maar mijn openheid leek zich al vroeg tegen me te keren.
Mijn nee’s verloren hun waarde en ‘ja’ leek het enige juiste antwoord.
Maar vroeger is voorbij en nu wil ik weer open.
Het is tijd om mijn rekening van schuld en schaamte op te zeggen en mijn geschenk van openheid respecteren. Het is tijd om afscheid te nemen van overmacht.

NEE is toe aan een metamorfose.
Ze is niet meer een donkere plek van schuld en schaamte.
Van opgeven, zwak zijn en niet goed genoeg.
NEE is degene die opstaat als ik geen volmondige, hartverwarmende JA voel.
NEE is de bewaakster van mijn ruimte.
Ik ben de baas van mijn open en mijn dicht.
NEE is genoeg. Dat ben ik ook.
‘Nee.’

Deze is voor jou

Lieve Simpelsap lezer,
Toen ik Simpelsap begon, was het een geheime speeltuin voor mezelf.
Ik wilde weer schrijven, maar wist niet waar ik wilde beginnen. Mijn blog heeft me de ruimte gegeven om te ontdekken en te experimenteren. Schrijven werd weer een deel van mijn leven en door jouw steun en enthousiasme durfde ik steeds meer te kijken hoe diep die liefde voor schrijven zit.
Dank je wel!
Ik vind het zo ontzettend tof dat jij hier komt om mijn verhalen te lezen. Schrijven is superfijn en mijn verhalen kunnen delen met jou, is nóg fijner.
Dank je wel voor je reacties, je mailtjes of de gesprekken die we hebben omdat je reageert op iets dat ik heb geschreven.
Dank je wel dat je je kwetsbaar naar mij op wil stellen en je verhalen met míj wil delen.
Dat betekent heel veel voor mij.

2017 heeft me geholpen om los te laten.
Mijn lichaam werd eindelijk weer van mij, ik schreef een afscheidsbrief aan mijn daders  en nam op de valreep afscheid van mijn werk als secretaresse.
Toen was er ineens ruimte. Voor mijn nieuwe liefde, Poetry Circle 040, waar ik andere schrijvers tref en we onze verhalen delen. Voor mijn roman, die stil in de hoek lag te wachten tot mijn wonden wat meer geheeld waren zodat ik ze kan vertalen naar het verhaal dat ze verdienen.
En voor Simpelsap.
2017 bracht de beslissing dat ik van Simpelsap mijn fulltime onderneming ga maken.
Ik wil de wereld Simpeler en Sappiger maken, met liefde en plezier.
Dus ik trek samen met de Poetry Circle family het land in om mijn werk met je te delen, ga verder met mijn boek én ga aan de slag met Simpelsap als bedrijf. En ik neem jou met me mee 🙂
2018, kom maar op! Ik heb er zin in.

#Metoo: Brief aan mijn dader

Je kwam, nam en overwon, maakte van mij een vrouw in een meisjeslijf.
Overschreed grenzen die ik nog niet had gevonden, eigende toe wat van mij had moeten blijven.
Je verwoestte wat nog moest groeien, besmette mijn potentie met een verstikkende schaamte.
Je voegde extra dimensies toe aan mijn wereld, de complexiteit overviel me met al haar kracht.
Jij hebt mij dit aangedaan.

Ik leerde dat vrienden vijanden kunnen worden en bondgenoten daders.
Ik leerde dat een dode mond niet betekent dat het verhaal ophoudt met schreeuwen.
(Ik ben alleen de enige die het hoort)
Mijn trauma’s draaiden op de achtergrond en ik leefde op het ritme van mijn verdriet.
Ik leerde te vechten.

Te vechten voor mij.
Voor mijn eigen-waardigheid, eigen – wijsheid en eigen- zinnigheid.
Voor naïviteit, impulsiviteit, blind vertrouwen en grenzeloze liefde.
Misschien is “life a battlefield”, maar ik trek me terug.
Ik heb gevochten om terug te krijgen wat ik had verloren.
Het blijkt nooit verloren zijn gegaan.
Het zat gewoon verstopt.

Heel lang heb ik gedacht dat het om jou ging.
Over wie je was, wat je koos en wat je me hebt aangedaan.
Over de verhalen waarin jij de dader was en ik het slachtoffer.
Over alles wat je me hebt afgenomen
Over hoeveel levensvreugde me dat heeft gekost.
Maar zo interessant ben je eigenlijk niet.

Ik heb het leed gedragen en gekoesterd.
Ik heb het slachtofferschap omarmd.
Mijn taboe is doorbroken.
De rekening met schuld en schaamte is vereffend.
Ik ben (ge)heel(d), écht gebroken was ik nooit.

Dag meneer die ooit mijn dader was.
Ik heb je niet meer nodig.
Het ga je goed.

Kamp Kinderloos. Over vallen, opstaan en herkaderen

Ooit waren we met een hele groep.
We dansten van de ene mijlpaal naar de volgende. Samenwonen, trouwen, een huis kopen..
Iedereen had een eigen volgorde  en we troffen elkaar in Kamp Kinderloos.
Het kamp waar gefeest en gefantaseerd wordt. Waar we balanceren tussen ‘We zijn er nog niet aan toe’ en ‘Zullen we het toch proberen?’ Waar er heftig gespeculeerd wordt over wie de volgende zal zijn en of er een jongetje of meisje onderweg is.
Het kamp waar zwanger worden een roze wolk is en kinderloosheid een keuze.

Nog voor we onze basis hadden opgezet, vertrokken de eersten al naar het volgende kamp. We leefden mee, blij en opgewonden over hun toekomst. We zagen onze vrienden transformeren in vaders en moeders, met slapeloze nachten en onvoorwaardelijke liefde. Vertederd keken we naar de baby’s die hun leven zoveel intenser en rijker maakten.  We hoorden de verhalen over totaalrupturen, toeschietreflexen en tandjespoep.
Zij gingen ons voor als verkenners en wij zouden hen over niet al te lange tijd volgen. Tevreden keerden we terug naar Kamp Kinderloos.
Alles gebeurt op het juist moment, dat van ons was simpelweg nog niet gekomen.

In de jaren die volgen wordt het kamp leger en leger. Steeds meer mensen vertrekken naar de volgende fase.
Mr Simpelsap en ik doen verwoede pogingen om het kamp te verlaten, maar glibberen steeds weer terug naar de basis. Het lukt niet.
Roze wolken worden donderwolken en het zicht op de toekomst is mistig.
Waar koersen we op af?
Even verderop staat het leven in volle bloei.
Kamp Kindervreugd groeit. Twee kinderen, drie kinderen…  Het leven dendert voort en gezinnen blijven groeien. Kamp Kinderloos is een afgesloten hoofdstuk uit een ver verleden. Het is moeilijk om een herinnering die zo ver van je afstaat levend te houden.
En waarom zou je ook?

Ze komen weleens langs, de bewoners van Kamp Kindervreugd.
Dan verbazen ze zich over de eindeloze ochtenden waarin uitslapen meer regel is dan uitzondering. Vergapen zich aan de zeeën van vrije tijd en de spontane plannen die moeiteloos tot uitvoering gebracht kunnen worden.  Ze kijken elkaar aan, vol nostalgie en soms een tikje jaloers, om vervolgens tot de conclusie te komen dat Kamp Kindervreugd de plaats is waar ze nu horen.
En dan gaan ze weg.
Maar vaker zijn wij daar, dan zij hier. Want dat is nu eenmaal gemakkelijker.
We passen ons aan in taalgebruik en tempo, stappen in een structuur die niet de onze is en luisteren naar de stroom van anekdotes en nieuwe mijlpalen.
Dan kijken we elkaar aan, soms jaloers en vaak een beetje verdrietig, om vervolgens tot de conclusie te komen dat wij daar de bezoekers zijn.
En dan gaan we weg.

Het restant van Kamp Kinderloos splitst.
De kindervrijen vertrekken, trekken erop uit en vullen hun leven in naar eigen zin.
En wij? Kinderlozen met kinderwens?
Wij blijven.
Wanneer de wolken – grijs of roze-  optrekken, zien we ons leven in nieuw perspectief.
We hoeven de klassieke klim niet te maken om boven onszelf uit te stijgen. Wat maakt het uit wat onze volgende stap zal zijn?
Hier is nog zoveel te beleven!
We spelen, leren en ontdekken. Reizen naar buiten én naar binnen.
Genieten van de vrijheid, de flexibiliteit en de onbezorgdheid.  Eindelijk voel ik hoe heerlijk het is om alleen de zorg voor mezelf te hoeven dragen.
Natuurlijk is er storm en regen, zijn er donderwolken en mistbanken. Vaak mengen tranen van teleurstelling zich nog steeds met die van jaloezie. Maar ondanks alles, staan we hier.
Samen sterk, sterker dan ooit. We genieten van het uitzicht en van elkaar.
Onze kinderwens leeft… en wij eindelijk ook.

Rust is mijn recht – Lessen van de Endobitch

Ik wil door, altijd door.
Rust, plezier en geluk zijn allen te verdienen. Als ik maar goed genoeg mijn best doe.
Deze leugen is me zo lief dat ik iedere keer weer het zelfde liedje afspeel, als een kapotte grammofoonplaat of als een gebed zonder eind.
Het is alsof ik haar storm nodig heb om tot stilte gemaand te worden, om naar binnen te kunnen keren en te beseffen wat ik écht belangrijk vind in mijn leven.

“Je zegt zo vaak ja, als je nee bedoelt”. Een onbekende vrouw bracht opnieuw het inzicht wat maar niet wil beklijven. Iedere keer als ik ‘nee’ zeg tegen de ander, zeg ik ‘ja’ tegen mezelf.
Ja tegen rust, mezelf serieus nemen en erop vertrouwen dat ik na een pauze met frisse moed weer verder kan.
Ongemerkt schakel ik steeds naar standje “Nu of nooit” de verfijnde versnelling van standje overleven.  Er is geen tijd te verliezen, maar iedere minuut waarin ik mezelf dwing om vooruit te bewegen, te kiezen, door te gaan en te vechten is er één die ik nooit meer terugkrijg.

Ik veracht haar, die Endobitch. Ze zorgt voor krampen en tranen, voor teleurstelling en pijn.
Maar ook voor de noodzaak om het recht op te eisen wat me toekomt: rust.
Met zo’n hoofd als de mijne hoef ik haar ook niet te temmen.
Ik heb al genoeg aan mezelf.