Je kwam, nam en overwon, maakte van mij een vrouw in een meisjeslijf.
Overschreed grenzen die ik nog niet had gevonden, eigende toe wat van mij had moeten blijven.
Je verwoestte wat nog moest groeien, besmette mijn potentie met een verstikkende schaamte.
Je voegde extra dimensies toe aan mijn wereld, de complexiteit overviel me met al haar kracht.
Jij hebt mij dit aangedaan.
Ik leerde dat vrienden vijanden kunnen worden en bondgenoten daders.
Ik leerde dat een dode mond niet betekent dat het verhaal ophoudt met schreeuwen.
(Ik ben alleen de enige die het hoort)
Mijn trauma’s draaiden op de achtergrond en ik leefde op het ritme van mijn verdriet.
Ik leerde te vechten.
Te vechten voor mij.
Voor mijn eigen-waardigheid, eigen – wijsheid en eigen- zinnigheid.
Voor naïviteit, impulsiviteit, blind vertrouwen en grenzeloze liefde.
Misschien is “life a battlefield”, maar ik trek me terug.
Ik heb gevochten om terug te krijgen wat ik had verloren.
Het blijkt nooit verloren zijn gegaan.
Het zat gewoon verstopt.
Heel lang heb ik gedacht dat het om jou ging.
Over wie je was, wat je koos en wat je me hebt aangedaan.
Over de verhalen waarin jij de dader was en ik het slachtoffer.
Over alles wat je me hebt afgenomen
Over hoeveel levensvreugde me dat heeft gekost.
Maar zo interessant ben je eigenlijk niet.
Ik heb het leed gedragen en gekoesterd.
Ik heb het slachtofferschap omarmd.
Mijn taboe is doorbroken.
De rekening met schuld en schaamte is vereffend.
Ik ben (ge)heel(d), écht gebroken was ik nooit.
Dag meneer die ooit mijn dader was.
Ik heb je niet meer nodig.
Het ga je goed.